John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

2 Kinderen, jongeren en hun ouders

veilig kan opgroeien. Dan kan de Jeugdbescherming eraan te pas komen en is misschien, zoals we in het dagboekfragment aan het begin van dit hoofdstuk zagen, plaatsing in een pleeggezin noodzakelijk. In het brede jeugddomein is de rol van sociaal werkers: het bevorderen van kansen en het voorkomen, leren omgaan met of wegnemen van bedreigingen die de ontwikkeling van jeugdigen in de weg staan. Dat is een pittige opgave. Problemen met opvoeden en opgroeien: enkele cijfers Problemen met opvoeden en opgroeien kunnen zeer uiteenlopend zijn. Ze kunnen al- leen of in combinatie met elkaar voorkomen. Van lang niet alle problemen zijn heldere cijfers voorhanden. Hier enkele exemplarische cijfers: Ý Ý 5 procent van de ouders van kinderen van 0 tot 12 jaar kampt met ernstige opvoed- problemen (Zeijl, 2005); Ý Ý Ruim 13 procent van de jongeren van 11 tot 17 jaar geeft zelf aan gedragsproblemen te hebben (De Looze, 2013); Ý Ý Jaarlijks worden 118.000 kinderen slachtoffer van een of andere vorm van kindermis- handeling (Alink, Van IJzendoorn et al., 2011); Ý Ý 12 procent van de kinderen van 0 tot 12 jaar heeft een chronische ziekte, aandoening of handicap, ongeveer de helft daarvan wordt daardoor in de ontwikkeling belemmerd (Zeijl, 2005); Ý Ý 5 procent van de kinderen gaat naar een school voor speciaal onderwijs (CBS, 2014); Ý Ý 2,4 procent van de jongeren tussen 12 en 25 jaar stond in 2014 geregistreerd als verdachte van een misdrijf (CBS, 2015); in 2014 hebben bijna 17.000 jongeren een Halt-maatregel uitgevoerd (www.halt.nl/actueel); Ý Ý 400.000 kinderen in Nederland leven onder de armoedegrens (Steketee, 2013); Ý Ý ruim 356.000 jongeren tot 18 jaar (dat is een op de tien) krijgt een vorm van jeugdhulp (CBS, 2015); Ý Ý 31.000 jongeren zijn (deels) aan het ouderlijk gezag onttrokken door een voogdijmaat- regel of een ondertoezichtstelling (CBS, 2015).

2.3 Werken met de doelgroep in de praktijk: sociaal werk met kinderen, jongeren en hun ouders

Zolang kinderen zonder al te veel problemen opgroeien, komen zij (en hun ouders) uit- sluitend in contact met eerstelijns organisaties zoals het consultatiebureau, het Centrum voor Jeugd en Gezin, de crèche of buitenschoolse opvang, de peuterspeelzaal, basis- school en middelbare school, de school- of jeugdarts, de huisarts, het club- en buurthuis, de sportvereniging of scoutingclub. Bij al deze instellingen kunnen ouders en kinderen direct terecht, zonder verwijzing of bemiddeling.

40

Made with FlippingBook - Online magazine maker