John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

10.4 Alleenstaande minderjarige vluchtelingen en asielzoekers

10.4 Alleenstaande minderjarige vluchtelingen en asielzoekers Sommige asielzoekers zijn jonger dan achttien jaar en bereiken Nederland zonder hun ouders. Zij worden alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) of alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) genoemd. Er kunnen verschillende redenen zijn waar- om de minderjarigen alleen in Nederland gekomen zijn. Ten eerste kunnen hun ouders zijn omgekomen door geweld in het land van herkomst waarvoor de minderjarige nu op de vlucht is. Soms sturen ouders de minderjarige bewust naar een veiliger land. Op deze manier hoopt men voor het kind een veiliger en betere toekomst te creëren wanneer de reis voor het hele gezin te kostbaar is. Als laatste kan kinderhandel een rol spelen. De minderjarige is in het land van herkomst weggelokt met een mooi verhaal, bijvoorbeeld dat hem in Nederland een voetbalcarrière wacht of een studie aan de universiteit. Een- maal in Nederland blijkt het dan te gaan om uitbuiting, bijvoorbeeld in de huishouding of illegale prostitutie. Alle minderjarigen in Nederland staan onder het gezag van een volwassene. Meestal zijn het de ouders die het gezag hebben. Bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen wijst de rechter een voogd aan die het gezag uitvoert. De voogdijinstelling St. Nidos heeft van de overheid de taak gekregen om deze voogdij uit te voeren. De voogd helpt de minderjarige tijdens de asielprocedure en ziet erop toe dat deze onderwijs kan volgen en een plek in een pleeggezin of opvanginstelling vindt. De alleenstaande minderjarige start meteen bij binnenkomst in Nederland met een asielprocedure (juridisch gaat het om dezelfde procedure als die van een meerderjarige vluchteling). Wanneer de asielaan- vraag wordt afgewezen mag de alleenstaande minderjarige vreemdeling vaak nog wel in Nederland blijven tot hij of zij achttien jaar is geworden. Verschillende onderzoeken tonen aan dat minderjarige vreemdelingen, meer dan au- tochtone jongeren, lijden aan psychische klachten. In 2003 toonde onderzoek van Fazel en Stein aan dat meer dan 25 procent van de minderjarige vluchtelingen aan psychische stoornissen lijdt. Van Willigen (2003) kwam in een quickscan onder 13- tot 20-jarige vluchtelingen tot de conclusie dat 77 procent van de ondervraagden last had van psy- chische en psychosomatische problemen, gedragsproblemen en stagnatie en regressie in de ontwikkeling. De meeste alleenstaande minderjarige vluchtelingen bevinden zich in de leeftijd van 15 tot 18 jaar oud. Deze adolescentieperiode is voor de meeste jonge- ren een turbulente fase met grote emotionele en lichamelijke veranderingen, waarin de ontwikkeling van de identiteit centraal staat. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen hebben geen ouders om op terug te vallen en zijn vaak ook veel andere rolmodellen kwijtgeraakt. Tevens ervaren zij vaak actuele stress over de asielprocedure en de situatie in het land van herkomst. De sociaal werker kan in aanraking komen met alleenstaande minderjarige vreemde- lingen als voogd bij Nidos, maar ook als begeleider in de opvang van alleenstaande min- derjarige asielzoekers. Alle alleenstaande minderjarige asielzoekers tot 15 jaar worden in een pleeggezin geplaatst. De jongeren tussen 15 en 17,5 jaar komen in een speciale

215

Made with FlippingBook - Online magazine maker