John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
9 Mensen met een verstandelijke beperking
het werken met deze doelgroep, het ondersteuningsplan speelt daarbij vrijwel altijd een grote rol. Het is de basis van je handelen. Om die reden volgt hier een korte uitleg van de onderdelen waaruit een gemiddeld ondersteuningsplan bestaat: Ý Ý Cliëntgegevens. In dit deel wordt een beeld geschetst van de cliënt. Het zijn gege- vens uit zijn verleden en over zijn huidige situatie. De informatie is bijvoorbeeld verkregen uit een intake- of kennismakingsgesprek, uit observaties, testen of psy- chologisch of lichamelijk onderzoek. Ý Ý (Ondersteunings)vraag van de cliënt. Deze kan van psychosociale aard zijn (bijvoor- beeld: contacten maken), van psychische aard (beter leren concentreren), lichame- lijke aard (arm weer goed gebruiken) of activiteitgericht (hobby oppakken). Ý Ý Doelen . De doelen vormen de richting waar naartoe gewerkt wordt en zijn de lei- draad voor de begeleiding. De doelen zijn afgeleid van de (ondersteunings)vraag van de cliënt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: ą ą algemeen doel/hoofddoel (bijvoorbeeld dat de cliënt op termijn zelfstandig woont); ą ą werkdoelen/subdoelen/specifieke doelen. Het algemene doel wordt uitgewerkt in concrete doelen en wordt geformuleerd volgens de SMART-methode (bijvoor- beeld: ‘Ik kook binnen twee maanden aardappelen en groenten’). Ý Ý Plan van aanpak : hierin wordt omschreven hoe de doelen gerealiseerd gaan wor- den. Een hulpmiddel daarbij zijn de zes w’s: w ie doet w at, w aar, w anneer, w aarmee en op w elke manier? Dat laatste zegt iets over de methode die de begeleiders willen gaan gebruiken bij de begeleiding van de cliënt. Ý Ý Evaluatie en bijstelling van het ondersteuningsplan: deze vindt zowel tussentijds als aan het eind plaats. Het product (is het doel behaald?) en het proces (op welke manier is het doel behaald?) worden geëvalueerd (Pfauth, 2016). Een ondersteuningsplan moet je niet zien als een statisch geheel, maar als iets wat in beweging is. Regelmatig bekijk je of je met de cliënt nog op de goede weg bent of dat je misschien een stap terug moet doen en het plan bijgesteld moet worden. Je werkt als groepsbegeleider in een multidisciplinair team. Je moet goed kunnen sa- menwerken, maar in de dagelijkse praktijk wordt ook een grote mate van zelfstandigheid van je verwacht. Je onderhoudt zelfstandig contacten met het sociale netwerk van de cliënt en met andere disciplines binnen en buiten de organisatie. De hbo’er die als groepsbegeleider werkt, heeft een functie als persoonlijk begeleider, heeft een leidinggevende functie of werkt met mensen met complexe problematiek, zo- als mensen met een (ernstige) meervoudige beperking of een licht verstandelijke beper- king met (ernstige) gedragsproblematiek.
196
Made with FlippingBook - Online magazine maker