John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

9 Mensen met een verstandelijke beperking

3 Het optreden van deze beperkingen vóór het achttiende levensjaar Naast de intelligentie en het adaptief gedrag zijn de volgende punten medebepalend voor de mate van de beperking (Nijgh, Bogerd-van den Brink & Bogerd, 2015): ą ą Sociale rollen, interactie en participatie: iemand is meer beperkt wanneer sprake is van een beperking op sociaal gebied, als hij minder goed in staat is tot interac- tie met zijn omgeving en hij hierin onvoldoende participeert. ą ą Gezondheid: gezondheidsproblemen of lichamelijke beperkingen in combinatie met een beperkte intelligentie zorgen voor extra problemen. ą ą Context of omgeving: hoe minder de omgeving wordt begrepen door de persoon met een verstandelijke beperking, hoe groter de beperking. Anderzijds: onder- steuning van de omgeving vermindert de beperking. Ý Ý Afwijkingen voor de zwangerschap in het genetischmateriaal kunnen leiden tot een verstandelijke beperking van het kind. De erfelijke eigenschappen van ieder mens zijn vastgelegd in de genen en bepalen hoe hij groeit en zich ontwikkelt. Meestal zijn stoornissen in de genen erfelijk. Voorbeelden zijn de stofwisselingsziekte fenyl- ketonurie (PKU), het syndroom van Down en het Prader-Willi-syndroom; Ý Ý Stoornissen tijdens de zwangerschap (prenataal): ą ą exogene stoornissen: invloeden van buitenaf. Daarbij kun je denken aan infecties zoals rodehond en geslachtsziekten, röntgenstraling, medicijngebruik en gebruik van drugs, alcohol en tabak; ą ą endogene stoornissen: invloeden vanuit de moeder zelf, bijvoorbeeld wanneer sprake is van zwangerschapsvergiftiging of een stofwisselingsziekte van de moeder; Ý Ý Beschadigingen of problemen bij de geboorte van het kind (perinataal), bijvoor- beeld wanneer zuurstoftekort optreedt bij een te langdurige bevalling of door een hartstilstand van het kind; Ý Ý Beschadigingen na de geboorte (postnataal), bijvoorbeeld bij een infectieziekte zo- als hersenvliesontsteking, een ongeval waarbij hersenweefsel wordt beschadigd of bij zeer ernstige psychische en lichamelijke verwaarlozing van het jonge kind. 9.3 Feiten en cijfers Het is onbekend hoeveel mensen met een verstandelijke beperking er in Nederland zijn. Er zijn wel schattingen gedaan, maar die variëren sterk. Schattingen van het aantal men- sen met een verstandelijke beperking zijn meestal gebaseerd op registraties van zorg- voorzieningen en dus op basis van het zorggebruik. Het Sociaal en Cultureel Planbureau schat dat 8,5 promille van de Nederlandse bevolking een verstandelijke beperking heeft. Dat komt neer op ongeveer 142.000 personen (www.scp.nl). Er zijn verschillende oorzaken voor een verstandelijke beperking (Hermsen, Keukens & Van der Meer, 2015):

192

Made with FlippingBook - Online magazine maker