John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
9.2 Mensen met een verstandelijke beperking
definities van ‘een verstandelijke beperking’. De meest geaccepteerde definitie is die van de American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD). Deze hanteert de volgende drie criteria voor de diagnose (Schalock et al., 2010): 1 Een significante beperking in het intellectueel functioneren (een IQ van twee of meer standaardafwijkingen beneden het populatiegemiddelde) Het intellectueel functioneren, ook wel ‘intelligentie’, zegt iets over hoe je leert, rede- neert, problemen oplost, enzovoort. De intelligentie wordt doorgaans gemeten met een IQ-test. Bij een IQ-score rond de 70 of lager is er sprake van een verstandelijke beperking. Echter, als er naast een IQ tussen de 70 en 85 ook sprake is van bijkomende problemen op het gebied van sociale aanpassing en sociale redzaamheid, dan wor- den zwakbegaafde mensen in de praktijk tot de groep mensen met een licht verstan- delijke beperking gerekend.
Tabel 9.1 De indeling in intelligentieniveaus Niveau IQ
Ontwikkelingsleeftijd
Diepe verstandelijke beperking 20 tot 25 of <
tot 2 jaar
Ernstige verstandelijke beperking 20/25 tot 35/40
ca. 2 tot 4 jaar
Matig verstandelijke beperking 35/40 tot 50/55
ca. 4 tot 7 jaar
Licht verstandelijke beperking
50/55 tot 70
ca. 7 tot 12 jaar
Zwakbegaafd
70/75 tot 85/90
ruim 12 jaar
Gemiddelde intelligentie
90 tot 115
Bovengemiddelde intelligentie
115 tot 130
Hoogbegaafd
130 en meer
Let op: een IQ zegt alléén iets over de verstandelijke vermogens van iemand en niets over zijn functioneren op sociaal of lichamelijk gebied. De intelligentie is een verza- meling van capaciteiten en bestaat ook uit sociale intelligentie, performale intelligen- tie en verbale intelligentie. Bovendien is het IQ betrekkelijk: het IQ van iemand kan laag zijn, maar zijn sociale intelligentie hoog. Er is dan sprake van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel. 2 Gelijktijdig optredend met een significante beperking in het adaptief gedrag (conceptuele, sociale en praktische vaardigheden; twee of meer standaardafwij- kingen beneden het populatiegemiddelde) Adaptief gedrag is gedrag waardoor je in staat bent om adequaat te reageren op je omgeving. Dit gedrag is leeftijdgerelateerd: naarmate een mens ouder wordt neemt het adaptief gedrag toe. Zo heb je van een kind andere verwachtingen dan van een volwassene in de omgang met mensen of bepaalde situaties.
191
Made with FlippingBook - Online magazine maker