John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

7.6 Waar kom je als sociaal werker justitiabelen tegen?

varen rust. Anderen lijden echter onder de ervaring van uitzichtloosheid: dag in dag uit hetzelfde bestaan. In deze soms spanningsvolle omgeving moet de sociaal werker op hetzelfde moment zowel alert als ontspannen zijn: alert op signalen van afwijkend gedrag of plotseling opkomende agressie en daarnaast ontspannen om vanuit rust en overzicht te kunnen observeren en handelen. En kunnen accepteren dat in sommige gevallen ‘het leven han- teerbaar maken’ het hoogst haalbare is. Daar moet je tegen kunnen. Dilemma’s in het penitentiair inrichtingswerk In het gevangeniswezen, achter de muren, zit je dicht op het dagelijks leven van de gede- tineerde. Dat levert geregeld dilemma’s en vragen op: hoe te handelen? We nemen enkele dilemma’s door. 1 Werken in gedwongen kader Detentie geeft vaak innerlijke spanningen, die er plotseling uit kunnen komen. Het ene moment is er rust en het volgende moment kan de vlam in de pan slaan. Wan- neer laat je de teugels vieren en wanneer moet je ingrijpen? Te vroeg handelen kan weerstand oproepen, afwachten kan leiden tot moeilijk bij te sturen escalaties. Een ervaren begeleider schept een veilig en gestructureerd klimaat, ziet een crisis aanko- men en weet op tijd te handelen. 2 Culturele diversiteit Je komt in aanraking met mensen uit allerlei culturen. Een vraag die je jezelf beslist zult stellen, is hoe je de balans vindt tussen het respecteren van de cultuur en levens- wijze van de delinquent en het uitdragen van in onze samenleving geldende waarden en normen. 3 Allemaal gelijk, iedereen anders Je wordt geacht in het kader van de veiligheid consequent één lijn te trekken voor iedereen; maar in het spanningsveld tussen straf en hulp wil je soms uit zorg een uitzondering maken voor die ene persoon die het echt even nodig heeft. Waar ligt de grens? Je moet er immers voor waken om speelbal te worden van mensen die al veel instellingen en hulpverleners hebben gezien en er soms op ‘getraind’ zijn om haarfijn in te schatten waar de begeleider gevoelig voor is. Hoe blijf je professioneel én per- soonlijk?

163