John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

7.6 Waar kom je als sociaal werker justitiabelen tegen?

betekent altijd straight zijn. Soms moet je corrigeren, omdat het écht niet kan wat een jongen doet. Dan zeg ik eerlijk waar het op staat, want regels zijn regels in een JJI. Daar onderhandelen we niet over, nooit. Maar soms laat ik de teugels wel een beetje vieren, als ik weet dat een jongen het nodig heeft. Als ’ie gehoord heeft dat zijn ouders gaan scheiden bijvoorbeeld, nou ja, dan kan er wel een sigaretje extra van af. In zekere zin ben ik wel een vaderfiguur, maar pas op hè, ik ben hun vader niet. Het contact kan vertrouwelijk zijn, maar blijft wel altijd functioneel. Zij zijn hier omdat ze de wet hebben overtreden, zij zijn hier om iets te leren en ik steun hen daarbij. Ik stuur bij. En als een jongen het aankan, laat ik langzaam los, geef ik hem steeds meer ruimte. Want ja, straks is hij weg en dan moet hij het toch ook zelf doen.’

7.6.2 Werken met volwassenen Ook voor volwassenen is er een scala aan mogelijkheden na wetsovertreding en veroor- deling: van een voorwaardelijke straf tot detentie en behandeling en tot vormen van nazorg in de wijk. Wij lichten het reclasseringswerk eruit, plus de longstay-afdeling na een tbs-behandeling. Vervolgens nemen we enkele dilemma’s door die sociaal werkers kunnen ervaren bij het werken in een penitentiaire inrichting. Reclassering De reclasseringswerker begeleidt zowel verdachten van een misdaad als mensen die al zijn veroordeeld. De taken van de reclasseringswerker zijn onder te verdelen in diagnose en advies, toezicht bij de uitvoering van voorwaardelijke straffen en werkstraffen, ge- dragsinterventies en nazorg. Een van de methoden die de reclasseringswerker inzet, is de motiverende gespreks- voering (zie ook paragraaf 5.7), een techniek waarmee je cliënten kunt ondersteunen

161

Made with FlippingBook - Online magazine maker