John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
7 Justitiabelen
leren omgaan met vrijheden, 4) de voorbereiding op terugkeer in de samenleving, met begeleid verlof en deelname aan het scholings- en trainingsprogramma buiten de inrich- ting, en ten slotte 5) de laatste fase van uitstroom en overdracht naar de gemeente van herkomst, die in nauw overleg met netwerkpartners verantwoordelijk is voor de nazorg. Versterking competenties, tips en tops Binnen Youturn volgen de jongeren een aantal trainingen. Naast het trainen van prakti- sche en sociale competenties is er aandacht voor het leren herkennen van ‘denkfouten’. Doel is dat zij leren verantwoordelijk te handelen en verantwoorde keuzes te maken. Een voorbeeld van een denkfout: ‘Ja, ik heb de portemonnee van die oude vrouw gestolen, maar dat is toch logisch? Moet ze er maar beter op letten, en hem niet boven in de tas leggen. Niet mijn schuld, hoor.’ De jongeren worden gestimuleerd om elkaar aan te spreken op onacceptabel gedrag, te adviseren over moeilijke situaties (tips) en elkaar te complimenteren (tops). Het is een bewuste keuze om jongeren naar elkaars gedrag te laten kijken: zij zijn immers gevoelig voor het oordeel van leeftijdgenoten. De pedagogische alliantie Tijdens detentie verblijven de jeugdigen in een leefgroep. Juist door de dagelijkse na- bijheid kunnen groepsleiders een belangrijke bijdrage leveren aan gedragsverandering. Daarom is een goede ‘pedagogische alliantie’ tussen jongere en begeleider van groot be- lang. Uit interviews met gedetineerde jongeren en begeleiders kwam naar voren dat zij allereerst behoefte hebben aan ‘echtheid’. Oprechte aandacht van de begeleider, eerlijk- heid en rechtvaardigheid: ‘Als je van mij verwacht dat ik niet lieg, dan verwacht ik het ook van jou.’ Ook het vertrouwen dat een groepsleider uitstraalt, maakt indruk: ‘Dat ze denken: ik hoop dat het gewoon goed gaat met jou.’ Echte aandacht is ook: soms reke- ning houden met de omstandigheden waarin de jongere zit. Dat wil niet zeggen dat de groepsleider soft is; ‘duidelijkheid geven, congruent zijn in wat je zegt en wat je doet’, dat geeft zekerheid. Wat niet kan en niet mag, wordt bijgestuurd; gedrag kanworden afgewezen, maar de jon- gere zelf krijgt een nieuwe kans. De pedagogische alliantie draait in de basis om vertrouwen. Ard Mensink (41 jaar), mentor in een justitiële jeugdinrichting ‘Ik ben voor een aantal jongens een gewone groepsbegeleider en daarnaast voor som- migen de mentor. Ik zorg dat alles volgens de afspraken verloopt, dat de plannen op tijd worden bijgewerkt en dat er voortgang zit in het traject. Maar het belangrijkste is natuur- lijk het contact. Ik begin met vertrouwen opbouwen. Dat is niet makkelijk. Soms hebben jongens in hun leven al een bak ellende meegemaakt, of zijn ze al eerder gedetineerd geweest. Die zitten dan echt niet te wachten op weer zo’n zeiksnor (niet mijn woorden, hoor) die komt vertellen wat allemaal wel en niet mag. Vertrouwen opbouwen, dus. Dat
160
Made with FlippingBook - Online magazine maker