John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
7 Justitiabelen
Tot slot werk ik intensief samen met wijkagenten, die steeds preventiever en outreachen- der aan de gang gaan. Onlangs heb ik samen met de wijkagent een gesprek gehad met een twaalfjarig jongetje dat andere kinderen bedreigde. Dat maakte best indruk, toen ik met iemand in uniform op hem afstapte. De boodschap was dat we hem vooral wilden hel- pen, maar dat we ook in de gaten zouden houden dat hij niet de verkeerde kant op gaat. Weet je, voor alles wat wij aan rottigheid horen over verschillende doelgroepen, is minimaal het tegengestelde óók waar aan goede voorbeelden. Alleen hebben we nog steeds geen ‘ Goed-nieuwsjournaal ’ op de stads-tv. Dat zou ik wel willen. 7.1 Inleiding Het onderwerp criminaliteit roept vaak heftige emoties op in onze samenleving. Er is een roep om een harde aanpak, met name van delinquente jongeren en veelplegers. Ook groeit de vraag naar effectieve behandel- en begeleidingsmethoden en een aansluitende resocialisatie na detentie. Veiligheid en zorg zijn belangrijke onderwerpen in een klimaat waarin bezuinigingen een grote rol spelen. Afhankelijk van de waarden en normen in een samenleving veranderen de ideeën over wat als crimineel wordt gezien en hoe hiermee omgegaan moet worden. Terugkij- kend naar de geschiedenis van het Nederlandse strafsysteem zien we dat vergelding voor aangedaan leed altijd een grote rol heeft gespeeld als een vorm van rechtvaardigheid tegenover slachtoffer en samenleving, naast het stellen van een voorbeeld ter afschrik- king. Vanaf de negentiende eeuw was er een breder gedragen wens om het ‘geringe volk’ dat de gevangenissen vulde te verheffen en te heropvoeden. In de twintigste eeuw kwam het besef dat misdaad in alle bevolkingsgroepen voorkomt, hoewel de uitingsvormen uiteenlopen; denk aan het verschil tussen straatroof en witteboordencriminaliteit. Preventie, en dan met name bij risicojongeren, krijgt steeds meer aandacht. In het wijkgerichte werken wordt ‘van dichtbij’ gevolgd hoe en waar jongeren de grens van crimineel gedrag opzoeken en ketenpartners in samenwerking zoeken naar oplossingen. Daarbij kan het gaan om corrigerende maatregelen, maar ook door jongeren uit te dagen hun talenten te ontplooien. Naast daders zijn er natuurlijk ook slachtoffers, die trauma’s kunnen oplopen van bijvoorbeeld een overval, diefstal of mishandeling. In het strafproces is de laatste jaren ruimte gekomen voor het slachtoffer. Dit past binnen de stroming voor ‘herstelrecht’: hierbij staat het confronteren van de dader met het leed van het slachtoffer centraal, evenals het onderzoeken van mogelijkheden voor een herstellende actie vanuit de da- der. Een voorbeeld is de zogenoemde ZSM-werkwijze, wat staat voor ‘Zo Snel, Slim, Se- lectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk’ handelen: een daadkrachtige en efficiënte aanpak van veelvoorkomende criminaliteit door een snelle beoordeling en strafuitvoering met een eenvoudige registratie. Uitgangspunt hierbij is dat de sanctie ‘betekenisvol’ moet zijn, niet alleen voor de dader maar ook voor het slachtoffer. Waar
150
Made with FlippingBook - Online magazine maker