John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

6.4 Werken in de dak- en thuislozenzorg

6.4.1 Methodieken

Critical Time Intervention CTI neemt de kritische periode (van dakloos naar wonen) als uitgangspunt. De metho- diek is aan tijd gebonden (maximaal 9 tot 12 maanden), biedt praktische en emotio- nele steun en heeft als doel om de cliënt over te dragen naar een formeel of informeel steunsysteem. Wanneer zelfstandig wonen en de ondersteuning daarbij geregeld zijn, wordt het traject afgesloten. Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen Binnen SHR staat de algemene levenskwaliteit van mensen centraal. De methodiek be- staat uit elementen van rehabilitatiemethodieken en stelt sociaal werkers verschillende instrumenten ter beschikking om het herstelproces van cliënten te ondersteunen. Krachtwerk Krachtwerk is een methodiek die momenteel op veel plaatsen in de maatschappelij- ke opvang geïmplementeerd wordt. De methodiek is ontwikkeld door professor Judith Wolf en wordt beschreven in Krachtwerk . Methodisch werken aan participatie en zelfregie (Wolf, 2016). Het doel van krachtwerk is het herstel van de kwaliteit van leven van cliënten, waar- bij zij weer kunnen meedoen in de samenleving. De methodiek wil het vermogen van cliënten versterken om het leven te reguleren en eigen regie te nemen over emotione- le, fysieke, sociale en materiële uitdagingen van het leven. Subdoelen richten zich op bestaanszekerheid en bestaansvoorwaarden; op positieve, interpersoonlijke relaties; op competenties om je in het leven staande te houden en op een positief zelfbeeld; op toe- gang tot instituties, netwerken en rechten (Wolf, 2016). Een sociaal werker die volgens de methodiek van krachtwerk werkt, gaat uit van zes krachtprincipes: 1 Cliënten hebben het vermogen te herstellen, hun leven weer op te pakken en te ver- anderen. 2 De focus ligt op individuele krachten, niet op tekortkomingen. 3 De cliënt heeft de regie over de begeleiding. 4 De werkrelatie is primair en essentieel.

5 Er wordt gewerkt in de natuurlijke omgeving. 6 De samenleving wordt gezien als hulpbron.

Het begeleidingstraject bestaat uit drie fasen: focusbepaling, uitvoering en evaluatie. Binnen die drie fasen staan zeven basistaken centraal:

Ý Ý ontmoeten en aansluiten; Ý Ý inventariseren van krachten; Ý Ý inschatten van zelfregulering; Ý Ý doelen stellen en een actieplan maken;

135