John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
6.2 De doelgroep: wat zijn dak- en thuislozen?
In dit hoofdstuk maak je kennis met de doelgroep dak- en thuislozen en lees je wat je als sociaal werker voor deze doelgroep kunt betekenen. In paragraaf 6.2 wordt de doelgroep gedefinieerd. Paragraaf 6.3 gaat in op kenmerken van deze doelgroep en geeft een beeld van het aantal dak- en thuislozen in Nederland. In paragraaf 6.4 wordt beschreven hoe sociaal werkers methodisch met deze doelgroep werken en wordt een overzicht gegeven van verschillende voorzieningen waarin dit gebeurt. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een beschrijving van een ‘type sociaal werker’ en een uitnodiging om je verder te verdie- pen in deze bijzondere doelgroep. Wat leer je in dit hoofdstuk? Na bestudering van dit hoofdstuk weet je meer over: Ý Ý hoe dak- en thuislozen gedefinieerd worden; Ý Ý het beroepenveld in de maatschappelijke opvang; Ý Ý de invloed van maatschappelijke ontwikkelingen op de opvang; Ý Ý de (methodische) ontwikkelingen in de sector. Waarover zet dit hoofdstuk je aan het denken? Na bestudering van dit hoofdstuk besef je: Ý Ý wat jouw kijk is op mensen die sociaal uitgesloten worden; Ý Ý wat jouw beeldvorming is ten aanzien van het werken met de doelgroep dak- en thuis- lozen. 6.2 De doelgroep: wat zijn dak- en thuislozen? Dak- en thuislozen vormen een bredere groep mensen dan op het eerste gezicht lijkt. Dakloos is iedereen die, door welke oorzaak dan ook, geen dak boven zijn hoofd heeft. Ook mensen die bijvoorbeeld na een brand of een overstroming hun huis zijn kwijtge- raakt en (tijdelijk) overleven met hulp van familie, vrienden en/of de overheid, behoren tot de groep daklozen. Onder thuislozen verstaan we mensen die niet alleen geen huis meer hebben, maar ook geen plek in een sociale omgeving. Ze verkeren in een sociaal isolement en worden sociaal uitgesloten. Verder onderscheiden we: Ý Ý Feitelijk daklozen, die om uiteenlopende redenen geen dak boven hun hoofd heb- ben. Zij leven op straat en maken gebruik van voorzieningen voor dag- en nachtop- vang. Hun enige bezit is verpakt in plastic tasjes of een rugzak. Sommigen mijden zelfs de meest laagdrempelige vormen van hulp en slapen in portieken, onder brug- gen, in het park of in schuurtjes, garages en leegstaande panden. Eten doen ze van bedelgeld of uit vuilnisbakken.
129
Made with FlippingBook - Online magazine maker