John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
5 Verslaafden
ordent, maar je sluit wel aan bij wat de cliënt wil en voelt. Motivatie kent ook fasen: als de cliënt eigenlijk vindt dat er geen probleem is, gebruik je andere technieken dan in de ‘actiefase’ waarin de cliënt graag wil veranderen. Om deze vorm van gespreksvoering goed te kunnen doen is het van belang dat je een niet-oordelende houding inneemt. Je moraliseert niet, maar accepteert de persoon. Je bent belangstellend en helpt hem te ordenen. De cliënt krijgt dan een groter gevoel van regie. Ook bij een terugval veroordeel je het gebruik niet, maar exploreer je wat er precies is gebeurd. Harde confrontaties blijken niet effectief te zijn om iemand te helpen bij het veranderen van verslavingsgedrag. Ambulantisering In de zorg is sprake van ‘ambulantisering’: opnames worden zo veel mogelijk voorkomen, de zorg moet korter en mensen moeten zo veel mogelijk thuis kunnen blijven wonen, ook bij ernstige problemen. Een ambulante behandeling kan bestaan uit een beperkt aantal gesprekken of een training waarin de cliënt zijn levensstijl aanpast en zijn gebruik mindert. Er wordt gespro- ken over hoe terugval voorkomen kan worden. Naast een medische begeleiding bij het afkicken zijn er groepsgesprekken over gebruik en manieren om te leven zonder versla- ving. Het stimuleren van een motivatie om niet meer te gebruiken is ook onderdeel van de groepsgesprekken. Onder ambulante hulp wordt ook de methadonverstrekking gerekend. Voor een opi- aatgebruiker kan het van belang zijn dat hij wordt ingesteld op methadon. Ook andere middelen, bijvoorbeeld psychofarmaca kunnen verstrekt worden. In sommige gevallen is heroïne op recept mogelijk. Er bestaan ook ambulante programma’s voor partners en voor kinderen van verslaafden. Het is belangrijk om aandacht voor kinderen van verslaafde ouders (KVO-kinderen) te heb- ben: zij lopen een verhoogde kans om zelf verslaafd te raken, zij hebben vaker psychische klachten, en hebben soms traumatische ervaringen opgedaan met hun verslaafde ouder. In de wijk Wijkteams krijgen een taak in het signaleren van verslavingsproblemen en de preven- tie, maar ook in het ondersteunen van mensen met chronische verslavingsproblemen. De ggz en de verslavingszorg kunnen hiervoor ook F-ACT-teams inzetten. F-ACT staat voor Flexible Assertive Community Treatment. De teams werken outreachend en vaak wijkgericht en bestaan uit verschillende disciplines: een arts, verpleegkundigen, sociaal werkers en ervaringsdeskundigen. De F-ACT-teams bieden een geïntegreerd aanbod van medische en sociale interventies. Hierdoor kunnen ook ernstig ontregelde psychiatrische cliënten met verslavingsproblematiek zelfstandig in de wijk wonen. Outreachende hulpverlening, waarbij je de cliënt opzoekt, kan ook op straat plaats- vinden. Deze vorm van hulpverlening wordt belangrijker omdat opnames steeds moeilij- ker worden vanwege de beddenreductie in de geestelijke gezondheidszorg en het aantal
118
Made with FlippingBook - Online magazine maker