De bestuurlijke kaart van de Europese unie 6e druk - Anna van der Vleuten
10 • Landbouw en milieu
Door de tijd heen zijn nieuwe overwegingen belangrijk geworden in het land bouwdebat en heeft een breder palet aan belangengroepen – mede dankzij de versterkte rol van het Europees Parlement – toegang gekregen tot het besluitvor mingsproces. Milieu- en consumentenbelangen gingen zich mobiliseren na een aantal crises en schandalen rond voedselveiligheid (de ‘gekkekoeienziekte’ BSE en de varkenspest). Toenemende zorgen rondom klimaatverandering leidden ertoe dat milieuvervuiling en uitstoot door de landbouw als grote beleidsuitda ging werden geagendeerd. Nog tijdens de onderhandelingen over de GLB-her vorming van 2021 introduceerde de Europese Commissie haar ‘Green Deal’, met daarin onder andere de strategie ‘van boer tot bord’ en de ‘Biodiversiteitsstra tegie’. Deze veranderingen hebben gevolgen voor het GLB-debat en zullen naar verwachting in de toekomst bijdragen aan verdere hervormingen.
10.3 Het Europese milieubeleid
In het Verdrag van Rome werd met geen woord gerept over het milieu. Dat is niet verwonderlijk, want ‘het milieu’ was in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog geen hot item. Pas in de jaren zestig kwam er aandacht voor milieuproble men op nationaal en vervolgens Europees niveau.
10.3.1 De ontwikkeling van het Europese milieubeleid
In 1973 nam de Raad het eerste milieuactieprogramma aan, opgesteld door de Commissie. Hoewel voor die tijd al enkele losse richtlijnen over milieuonder werpen tot stand waren gekomen, was dit het ‘officiële’ begin van het Europees milieubeleid. Het programma formuleerde principes voor een Europees mili eubeleid en bevatte een overzicht van de onderwerpen die prioriteit moesten krijgen. Sindsdien zijn geregeld nieuwe milieuactieprogramma’s aangenomen. Momenteel is het achtste milieuactieprogramma van kracht, dat van 2022 tot 2030 loopt (Europese Unie, 2022a). Een probleem voor Europees milieubeleid in die eerste jaren was dat hiervoor in het EEG-Verdrag geen juridische basis bestond. De meeste milieurichtlijnen werden dan ook aangenomen in het kader van de interne markt. Dat paste bij een van de redenen waarom de EU zich met milieuonderwerpen ging bezighou den: het voorkomen van handelsbelemmeringen en ongelijke concurrentiever houdingen. Er bestond namelijk de vrees dat de groei van nationale milieuwet geving zou leiden tot handelsbelemmeringen wanneer de ene lidstaat strengere eisen zou stellen aan producten dan de andere. Daarom is in de EU bijvoorbeeld voor alle auto’s een katalysator verplicht gesteld en mocht Nederland in 2007 niet op eigen houtje een roetfilter op dieselauto’s verplicht stellen. Bovendien wilden lidstaten met strenge milieunormen, zoals Denemarken, Duitsland en Nederland, voorkomen dat hun bedrijven benadeeld zouden worden in de concurrentie met bedrijven uit lidstaten met soepelere regels, zoals Italië. Immers, strenge normen
186
Made with FlippingBook - Online magazine maker