Taaltalent 3 - Verbruggen, Taks, Falier en Jacobs

uitvoeren

3 Kruis aan wat Jessica niet voor de man hoeft te doen. š a hem scheren š b hem wassen š c voor hem koken

4 Wat is het advies van Tanja?

š a met haar baas gaan praten š b met de man gaan praten š c een andere baan zoeken

Opdracht 11

A J e hoort een paar zinnen uit de dialoog van opdracht 10. Luister naar de zinnen en schrijf op hoeveel woorden je hoort.

Zin 1 :

woorden

Zin 2 :

woorden

Zin 3 :

woorden

Zin 4 :

woorden

Zin 5 :

woorden

B Luister nog een keer en probeer de zinnen op te schrijven.

C Zeg nu de zinnen na.

Je krijgt nu de tekst.

De hoofdzin

De hoofdzin heeft minimaal: ■ een subject: wie doet het? ■ een persoonsvorm (pv): wat doet hij of zij?

25

Made with FlippingBook - Online catalogs