Taaltalent 3 - Verbruggen, Taks, Falier en Jacobs
Hoofdstuk 1 Familie
woordenlijst nederlands – engels
kerk, de
church, the day-care, the to complain button, the
aankijken aanraken
to look in the eye
kinderopvang, de
to touch
klagen
afschuwelijk alternatief, het
awful
knoop, de
alternative, the
kwaad
angry
angstig
afraid
liefde, de
love, the
begrafenis, de
funeral, the
liegen to lie longontsteking, de pneumonia, the ongelukkig unhappy onmogelijk impossible onthouden to remember ontmoeten to meet onvoldoende insufficient ouderwets old-fashioned protesteren to protest raar strange regelen to organise / to arrange scheiden to divorce scheren (zich -) to shave snappen to understand thuiszorg, de home care, the vergeten to forget verplegend personeel, het nursing staff, the verplicht mandatory vervelend annoying verzorgen to take care of vrijwilliger, de volunteer, the weduwe, de widow, the weduwnaar, de widower, the zin (- hebben in/om) to feel like
begraven
to bury
begrijpelijk
understandable
bejaardenhuis, het
retirement home, the
belachelijk bewoner
ridiculous
resident
bezighouden (zich - met)
to occupy (to be occu pied with)
bezoeker, de
visitor, the
bezorgd worried communicatie, de communication, the crematie, de cremation, the dodelijk deadly echtscheiding, de divorce, the eentje (in je -) alone eenzaam lonely eenzaamheid, de loneliness, the elektronisch electronic ernst, de seriousness, the geduld, het patience, the geneesmiddel, het medicine, the getuige, de witness, the gezelschap, het company, the haasten (zich -) to hurry haastig hastily heup, de hip, the hulpverlening, de aid organisation, the
38
Made with FlippingBook - Online catalogs