Sociaal met taal - Nieuwboer & 't Rood
1.4 | De herkomst van participatief werken
was meer afwijkt van het nieuwe bestaan, worden die uitdagingen groter. We zullen in deze publicatie materialen aanreiken voor waardevolle gesprekken in de inburgeringspraktijk waarbij jij én de groep wat te kiezen hebben. De herkomst van participatief werken De in deze publicatie beschreven methodiek gaat uit van participatief groepswerk. De basis daarvan is gelegd door pedagoog Paulo Freire (1921-1997). Hij leidde in de jaren zestig van de vorige eeuw een nationaal alfabetiseringsprogramma in Noordoost-Brazilië. Freire was van mening dat taal een middel is waarmee de werkelijkheid begrepen en beschreven wordt. Het beheersen van de taal geeft toe gang tot invloed. Taal legt bovendien een soort filter over de werkelijkheid heen. Wat niet onder woorden wordt gebracht, bestaat niet. Als er bijvoorbeeld niet over armoede wordt gesproken en als er geen aandacht voor armoede is bij dege nen die beleid en middelen regelen voor interventies en onderzoek, zal armoede (of een ander probleem) onzichtbaar blijven. Juist mensen met weinig invloed zijn hiervan de dupe. Terwijl juist zij minder in de positie zijn om hun problemen te agenderen. Taal is dus een machtsinstrument. Freire zag laaggeletterdheid dan ook niet als een individueel tekort, maar als een maatschappelijk gevolg van beleid. Bovendien gaf hij aan dat taalonderwijs niet gericht zou moeten zijn op de grammatica en het taalsysteem, waarmee de werkelijkheid alleen maar gerepro duceerd zou worden. Taalverwerving is volgens hem een sociaal proces. De be langrijkste functies ervan zijn communiceren en in het dagelijks leven kunnen functioneren. Het gaat dus niet om het begrijpen van de taal, maar om het be grijpen van elkaar. Taal is een hoogst persoonlijk instrument, en geen nationaal bezit. Dit is niet beperkt tot een vaardigheid, maar strekt zich uit tot levens vorming. Bovendien stelt taal iemand in staat om voor zichzelf en gezamenlijke belangen op te komen. Waar mensen een minderheidstaal spreken, hebben zij vaak minder inspraak en sluit het beleid minder op hen aan. Onderwijs moet dan ook niet gericht zijn op het leren van een taalsysteem en kennis over de maatschappij, maar op het eigen leven en participatie. Onderwijs moet volgens dit perspectief dan ook niet gericht zijn op de overdracht van een cultuur en socialisatie, maar op emancipatie, invloed en kritisch mogen zijn op bestaande machtsverhoudingen. Freire beschreef wat dit vraagt van docenten. Freires visie wordt ook wel de emancipatorische of kritische pedagogiek ge noemd. Door de rol van het onderwijs heel anders te definiëren en te ontwerpen, wordt onderwijs een sociaal proces van de lerenden zelf. Door deze vorm van volwasseneneducatie kunnen zij zich een zinvolle positie verwerven in de maat schappij. Een concreet voorbeeld is de toegang tot water, een wereldwijd probleem. Deelnemers aan een freiriaans programma worden zich bewust van de machtsver schillen: waarom heeft de landeigenaar als enige eigenaarschap van de waterbron, terwijl de ongeletterde dorpelingen het water nodig hebben? Vervolgens is het zó relevant en urgent om in actie te komen dat de deelnemers de taal leren om argu menten voor vrije toegang tot water om te zetten in petities en vergunningsaanvra-
1.4
27
Made with FlippingBook flipbook maker