Sociaal met taal - Nieuwboer & 't Rood
Hoe werkt dit boek?
• oude kranten en tijdschriften; • gekleurd papier; • wit papier (A3 of A4, om op te tekenen); • post-its; • kleurpotloden en/of vetkrijt;
• pennen en papier; • tape en plakband; • scharen; • stoepkrijt en wisser; • fluitje; • dobbelsteen; • matjes om comfortabel op te liggen; • bord met krijtjes/stiften; • een smiley en een grumpy (een neerwaartse smiley) op het bord; De afbeeldingen in het werkboek zijn bewust getekend in een stijl die redelijk neutraal is. De personen hebben alleen een silhouet en zo min mogelijk specifie ke kenmerken. Er zijn afbeeldingen van voorwerpen, van personen en van situ aties. De situaties (praatplaten) zijn in het participatief groepswerk het belang rijkst. Deze kunnen ook door de deelnemers zelf gecreëerd worden om verhalen met betekenis voor te stellen. Vooral in de Z-route kan het goed zijn om samen tekeningen te maken en hierover in gesprek te gaan. Een goede situatietekening voldoet dan aan de volgende eisen: • Het onderwerp is een thema dat gevoelens oproept, bijvoorbeeld een situatie waarin een waarde als gelijkheid of respect een rol speelt. • De tekening is alledaags en herkenbaar, bijvoorbeeld een situatie thuis, op straat of in de winkel. • De tekening bevat een contrast of actie, bijvoorbeeld bekend/onbekend, nieuw/oud, nieuwkomer/Nederlander. • De tekening gaat over één thema, zodat het gesprek de diepte kan ingaan, bijvoorbeeld het verschil tussen de generaties. • Op de tekening staat minimaal één persoon met wie de deelnemers zich kun nen identificeren, zoals een volwassen man of vrouw. • De tekening is zo eenvoudig mogelijk, zonder overbodige toevoegingen zoals objecten of details in de kleding. • De afbeelding raakt de belangstelling en/of een emotie, bijvoorbeeld door het tonen van afstand of ongelijkheid. • kussentje of pet; • (schoenen)doos; • camera of smartphone om foto’s te maken.
Aan de tekeningen worden geen esthetische eisen gesteld.
19
Made with FlippingBook flipbook maker