De brede basis van het sociaal werk - Spierts, Sprinkhuizen, Hoijtink, Jonge, Doorn

1 • Sociale dimensies van ‘sociaal’ werk

laatste jaren is er zowel in het publieke debat als in het sociaal werk in Nederland – en landen om ons heen – steeds meer aandacht gekomen voor maatschappelijke onge lijkheden, verschillende vormen van uitsluiting en onrechtvaardigheid, en de sociale bronnen en sociale gevolgen daarvan, bijvoorbeeld op het gebied van armoede. Maar bijvoorbeeld ook ten aanzien van klimaatverandering, waar arme mensen en landen het meest onder lijden, terwijl ze nauwelijks bijdragen aan de opwarming. En ook in Nederland lijden kwetsbare groepen het meest onder de gevolgen van weersextremen en hittestress, mede als gevolg van slecht onderhouden huizen en het gegeven dat zij minder profiteren van subsidies op bijvoorbeeld een warmtepomp (De Brabander, 2022a). Mensen functioneren in sociale omgevingen die zowel bronnen van zelfrespect, ver trouwen en steun bieden als tot stress en sociale uitsluiting kunnen leiden. De eco noom Mullainathan en de psycholoog Shafir stelden bijvoorbeeld in hun inmiddels wereldberoemde boek Schaarste vast dat armoede zo veel stress oplevert dat mensen hierdoor minder verstandige keuzes maken (Mullainathan & Shafir, 2013). Beslis singen en keuzes hangen in sterke mate af van de context waarin ze genomen worden. De klassieke historische varianten van sociaal werk in Nederland – het maatschap pelijk werk, het pedagogische werk, het opbouwwerk en het sociaal-cultureel werk – hebben een lange methodische traditie waarin het geven van steun om de directe noden en stress van mensen te reduceren gecombineerd wordt met het aanboren van steun uit de omgeving en beïnvloeding van wetgeving en beleid om een duurzamere oplossing te zoeken (Van Riet, 2010; Geertsema & Spierts, 2016). Werken met een gezin dat veel schulden heeft, betekent in de praktijk voor een sociaal werker zowel aandacht hebben voor de directe nood en stress als met het gezin op zoek gaan naar bronnen van steun in de sociale omgeving, inclusief instituties van of gefinancierd door de overheid. Tot dat laatste rekenen we ook het nadenken over preventie en de collectivisering van vraagstukken en sociale problemen waar de laatste jaren weer meer aandacht voor gekomen is. Daarmee zijn we bij het beroep sociaal werk zelf – in alle variaties – aangekomen. Het uitgangspunt dat individuen maatschappijen vormen en dat maatschappijen indi viduen vormen − de erkenning van het ‘sociale’ − vormt een belangrijke grondslag voor de positionering van, de theorievorming over en de praktijken in het sociaal werk. De geschiedenis van het sociaal werk kenmerkt zich weliswaar door verschil in de mate van aandacht voor het individu of de maatschappij, maar deze gericht heid op het ‘sociale’ is een van de onderscheidende kenmerken van het sociaal werk ten opzichte van andere beroepen. Deze fundamentele oriëntatie komt terug in (de 1.3.3 Mens en omgeving

34

Made with FlippingBook Ebook Creator