Spelend leren en ontdekken_Heijdanus

1 • Drama in het basisonderwijs: spelend leren

oriëntatie). Dit betekent dat het vak drama in een doorlopende leerlijn wordt aan- geboden, passend bij de visie en de populatie van een basisschool (zie hoofdstuk 4). Om de continuïteit van die leerlijn te borgen wordt er binnen veel basisscholen een zogenoemde interne cultuurcoördinator (icc’er) aangesteld: een groepsleer- kracht uit het eigen team die een speciale (na)scholing heeft gevolgd en op grond daarvan gecertificeerd is. Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateur- kunst (LKCA) biedt de scholing aan, maar ook veel pabo’s hebben deze scholing als nascholing in hun pakket. De icc’er inspireert zijn collega’s met het aanbieden van kunst en cultuur voor leerlingen in het basisonderwijs, onderhoudt een netwerk met lokale aanbieders van kunst en cultuur, en bewaakt de leerlijn kunst en cultuur en de na te streven kerndoelen. Op scholen met een icc’er zullen de kunstvakken, en dus ook het kunstvak drama, een prominentere plek in het lesaanbod en op het rooster hebben: de kunstvakken zijn daar beter geïmplementeerd. De lessen drama, gege- ven door leerkrachten, zijn op die manier een vanzelfsprekendheid. Het vak drama heeft in dat geval binnen het onderwijs continuïteit, wat ook de kwaliteit van het drama-aanbod en het leerrendement ten goede komt. Sommige basisscholen laten het vak drama verzorgen door een externe vakleer- kracht. Een vakleerkracht is een docent die een kunstvakopleiding heeft gevolgd. Hij is specialist op het gebied van drama, kan in alle groepen van de basisschool les- geven en staat garant voor een goede doorgaande leerlijn drama. De vakleerkracht stemt leerinhoud, aanpak en pedagogisch klimaat af met de groepsleerkracht. 1.8 Drama en trends in het basisonderwijs Hoewel drama een lange traditie kent, heeft het vak drama in het Nederlandse on- derwijs pas in de tweede helft van de vorige eeuw een eigen plaats verworven. De Angelsaksische landen kennen echter een veel langere traditie van drama in het onderwijs. In zijn boek Homo ludens (Latijn voor ‘de spelende mens’) benadrukt de Nederlandse cultuurhistoricus Huizinga (1938) het belang van de spelende mens in zijn ontwikkeling als cultuurfenomeen: menselijke beschaving ontplooit zich in spel en als spel. In het Nederlandse onderwijs lag aanvankelijk het accent op voordracht en op de manier waarop je als leerkracht de leerling kon meenemen in de belevings- wereld van het verhaal. Het vertellen van verhalen was vanaf het begin van de twin- tigste eeuw voor de leerkracht een effectief middel van kennisoverdracht. Iedereen kent wel die ervaring van een leerkracht die je meenam in een verhaal en door wie je je ademloos liet meevoeren naar een andere wereld. Lag in de eerste helft van de vorige eeuw het accent op morele waarden en goed burgerschap, in de tweede helft kwam in onderwijs de persoon van de leer- ling centraler te staan. Het accent lag nu nadrukkelijk op individuele vorming, vaar- digheden, competenties en gedragsindicatoren. De recentste ontwikkelingen in het maatschappelijk domein doen weer een ander appel op onderwijs en vragen weer

34

Made with FlippingBook Ebook Creator