Rigter_ Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen druk 4
2 ■ Classificatie, diagnostiek en epidemiologie
Psychische stoornissen komen niet alleen vaak tegelijk voor, maar gaan ook vaak samen met lichamelijke klachten. Denk dan aan hoofdpijn, epilepsie of een chronische ziekte als astma. Vooral meisjes hebben vaak zowel psychische als lichamelijke klachten (Spady et al., 2005). Het ouderwetse onderscheid tussen lichaam en geest moeten we dan ook loslaten. Zo weten we inmiddels ook dat psychische stoornissen invloed hebben op het functioneren van ons immuun systeem (Van Hintum, 2012). En andersom blijkt dat door het succesvol behan delen van psychische stoornissen ons immuunsysteem ook kan opknappen (Shields et al., 2020). E Kanttekeningen bij de opzet van het DSM-systeem Er worden veel kanttekeningen geplaatst bij de opzet van het DSM-systeem. Vanuit de ontwikkelingspsychopathologie is er één groot kritiekpunt op de DSM: die houdt volstrekt onvoldoende rekening met de ontwikkelingscontext waarin een stoornis is ontstaan (Van der Gaag, 2004). De kenmerken van een psychische stoornis kunnen veranderen als een kind ouder wordt, en ze kunnen ook anders zijn voor jongens en meisjes. Zo zijn de kenmerken voor depressie die de DSM beschrijft de gemiddelde kenmerken van een volwassen man. Maar bij vrouwen, kinderen, senioren, jongens en meisjes kan een depressie zich heel anders uiten. Het classificatiesysteem DC:0-5 (Zero to Three, 2020) is speciaal ontwikkeld om het gebrek aan aandacht voor de ontwikkeling van kinderen tot 5 jaar te compen seren. Dit systeem neemt de vroege ontwikkeling van de kinderen en de (relatio nele) context waarin zij opgroeien als uitgangspunt. De DSM houdt daarnaast te weinig rekening met de culturele context (De Jong, 2012). Culturele normen en opvattingen hebben invloed op de definitie en het vóórkomen van psychische stoornissen. Een voorbeeld hiervan is homoseksuali teit, dat pas in 1973 onder maatschappelijke druk uit de DSM is verdwenen. Een dimensionale benadering van classificatie Zoals we eerder aangaven bevat de DSM-5 zowel categoriale als dimensionale indelingen. Bij een categoriale indeling gaat men uit van wel of niet: symptomen zijn wel of niet voldoende aanwezig. Bij een dimensionale indeling gaat het om de mate van ernst: die is afhankelijk van de ernst van de symptomen en de hoe veelheid symptomen. Symptomen zijn bijvoorbeeld een beetje, middelmatig of veel aanwezig, wat betekent dat de stoornis licht, matig of ernstig is. Ons IQ wordt gemeten met vragenlijsten en invuloefeningen waarop we een bepaalde score behalen. Op een vergelijkbare manier kunnen kinderen scoren op vragen naar hun psychisch functioneren. Daarbij kan een score boven een bepaalde norm – die van tevoren door onderzoekers is vastgesteld – wijzen op een zorgwekkend of ernstig probleem. Vergelijk het met het opmeten van je bloeddruk: die kan een beetje te hoog zijn, maar ook zorgwekkend te hoog (Verhulst, 1998). Bij psychisch functioneren wordt de norm gedefinieerd aan de hand van een percentielscore. Een score van het kind boven het negentigste per 2.2.4
36
Made with FlippingBook Learn more on our blog