Taaltalent 2 - Verbruggen & Taks
Katja Verbruggen en Henny Taks
taaltalent 2
Leergang Nederlands voor midden- en
hoogopgeleide anderstaligen
van A1 naar A2
Taaltalent deel 2
www.coutinho.nl/taaltalent2-druk2 Met de code in dit boek heb je toegang tot je online studiemateriaal. Dat materiaal bestaat uit video’s en oefeningen voor taalsituaties op het werk, audiofragmenten, op drachten voor diverse vaardigheden, oefentoetsen per hoofdstuk, woordenlijsten met vertalingen naar verschillende talen, de antwoorden op de opdrachten in het boek, grammaticaoverzichten, en oefenexamens op A2-niveau. Om je studiemateriaal te activeren, heb je onderstaande code nodig. Let op! Het materiaal staat in een omgeving waar je een ander account voor nodig hebt dan voor www.coutinho.nl. Je kunt de code niet invoeren in je account op www.coutinho.nl. Ga naar www.coutinho.nl/taaltalent2-druk2 en volg de instructies. De code werkt alleen als je direct naar deze site gaat.
Taaltalent deel 2 Leergang Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen
Katja Verbruggen Henny Taks
Tweede, herziene druk
c u i t g e v e r ij c o u t i n h o
bussum 2020
© 2014/2020 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opna men, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor de readerregeling kan men zich wenden tot Stichting UvO (Uitgeversorganisatie voor Onderwijslicenties, www.stichting-uvo.nl). Voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in knipselkranten dient men contact op te nemen met Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, www.stichting-pro.nl).
Eerste druk 2014 Tweede, herziene druk 2020
Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl
Omslag: studio Pietje Precies bv, Hilversum Geluid: Studio KlankTank, Aart de Jong Stemmen: Romke Burger, Anne Diederiek Dee, Eva van Delft, Hans Hoekstra, Robin Meeuwisse, Louise Prompers, Tineke Telkamp en Maarten Zwart Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of in stanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. De personen op de foto’s komen niet in de tekst voor en hebben geen relatie met hetgeen in de tekst wordt beschreven, tenzij het anders vermeld is.
ISBN 978 90 469 0756 6 NUR 624
Voorwoord
Taaltalent is een leergang die bedoeld is voor volwassen anderstaligen die Nederlands willen leren en heeft de vorm van een doorgaande leerlijn bestaande uit drie delen. Deel 1 brengt de taalleerder naar niveau A1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader. Deel 2 gaat van niveau A1 tot niveau A2. Met deel 3 bereikt de cursist niveau B1. Bij het maken zijn wij uitgegaan van de meest recente visie op taalleren. De leergang is gemaakt voor communicatief, interactief en taakgericht onderwijs, waarbij samenwerkend leren, Focus on Form en het gebruikmaken van strategieën belangrijke aspecten zijn. Taaltalent deel 2 bestaat uit acht thematische hoofdstukken, die aandacht besteden aan het taalgebruik in de directe omgeving van de taalleerder. Ieder hoofdstuk is onderver deeld in ‘voorbereiden’, ‘uitvoeren’ en ‘oefenen’. Ook is in ieder hoofdstuk aan het eind van het onderdeel ‘uitvoeren’ een ‘zelf leren’-opdracht te vinden, die de taalleerder er be wust van maakt dat de taalverwerving niet alleen binnen, maar ook buiten de lessituatie en op het werk plaatsvindt. Daarnaast is er in ieder hoofdstuk minstens één studievaar digheidsopdracht opgenomen. Deze opdrachten moeten ervoor zorgen dat de cursist vaardigheden zoals ordenen, samenvatten en buitenschools leren onder de knie krijgt. In deze nieuwe versie van Taaltalent hebben we ervoor gezorgd dat de opdrachten bij de grammatica in kleinere stappen zijn opgedeeld, en daarnaast zijn bij de luister opdrachten soms extra luisteropdrachten toegevoegd. Bovendien besteden we in het onderdeel ‘Op het werk’ apart aandacht aan de taal en cultuur op de werkvloer, waar door de cursisten beter worden voorbereid op de arbeidsmarkt. De docenten kunnen deze opdrachten samen met de cursisten uitvoeren. In principe kan de taalleerder de opdrachten bij ‘voorbereiden’ en ‘oefenen’ zelfstandig (thuis) uitvoeren. Dat geldt ook voor de ‘zelf leren’-opdrachten bij ‘uitvoeren’. Voor de andere opdrachten bij ‘uitvoeren’ is meestal samenwerking met andere taalleerders vereist. Hoewel dit boek in de eerste plaats bedoeld is als leergang om de taalvaardigheid van de cursisten te verbeteren, bevat Taaltalent ook opdrachten die de cursist voorberei den op de toetsing van de diverse deelvaardigheden. Zowel in het boek zelf als op de bijbehorende website zijn lees-, luister- en schrijfopdrachten te vinden die als examen training ingezet kunnen worden.
Bij de totstandkoming van Taaltalent zijn diverse personen betrokken geweest. We willen al onze referenten hartelijk bedanken voor hun nuttige en kritische commentaar. Verder zijn we blij met de manier waarop de medewerkers van Uitgeverij Coutinho er voor gezorgd hebben dat het boek op deze manier vorm heeft gekregen.
We hopen dat je met veel plezier met ons boek zult werken.
Katja Verbruggen en Henny Taks, najaar 2020
NB We willen er graag op wijzen dat Taaltalent geen enkel verband heeft met het taal bureau Taal Talent.
Inhoud
Zo werkt Taaltalent
10
1
De hobby
13
15 19 22 24 26 27 32 33 33 36 43 46 49 53 58 61 62 62 66 41
Voorbereiden
Uitvoeren
■ Het diminutief ■ De superlatief (1) ■ De superlatief (2)
■ Het futurum met gaan
■ Op het werk: een bedrijfsuitje
Oefenen
■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels
38
2
De kleding
Voorbereiden
Uitvoeren
■ Pronomen demonstrativum: deze , dit , die en dat ■ De conjuncties en, maar , want , of en dus
■ Separabele en inseparabele verba ■ Op het werk: de bedrijfskleding ■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels Oefenen
68
3
Het eten
71
73 75 81 87 88 88 92
Voorbereiden
Uitvoeren
■ De imperatief (1)
■ Op het werk: de bedrijfskantine
Oefenen
■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels
93
4
Het werk
95
97
Voorbereiden
100
Uitvoeren
■ De verba lopen , staan , zitten , liggen en hangen met te en een tweede verbum
100 104 107 112 114 114 117
■ De conjuncties want en omdat
■ De imperatief (2)
■ Op het werk: het sollicitatiegesprek
Oefenen
■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels
119
5
De stad
121
123 126 126 129 131 135 139 140 140 143
Voorbereiden
Uitvoeren
■ Ordinales
■ De indirecte vraag met een vraagwoord
■ Er en daar als plaats
■ De conjuncties omdat en als ■ Op het werk: een zakelijke afspraak ■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels Oefenen
145
6
De school
147
149 153 153 163 164 164 168
Voorbereiden
Uitvoeren
■ Om te met verbum
■ Op het werk: een cursus volgen
Oefenen
■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels
170
7
De jeugd
173
175 179 179 180 185 190 191 191 194 201 204 208 210 214 215 215 218 222 223 227 229 199
Voorbereiden
Uitvoeren
■ Het imperfectum
■ Praten over vroeger met toen
■ Reflexieve verba
■ Op het werk: je werkplek vroeger en nu
Oefenen
■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels
196
8
De gezondheid
Voorbereiden
Uitvoeren
■ De imperatief (3) ■ Moeten en hoeven
■ Op het werk: naar de bedrijfsarts gaan
Oefenen
■ Oefenen met de woorden ■ Oefenen met de grammatica Woordenlijst Nederlands – Engels
220
Correctiecodes
Onregelmatige/sterke verba Grammaticale begrippen Illustratieverantwoording
Zo werkt Taaltalent
Dit is hoofdstuk 4
Taaltalent deel 2 heeft acht hoofd stukken. Ieder hoofdstuk bestaat uit:
hoofdstuk 4 Het werk
uitvoeren
Opdracht 4 Praat met een medecursist over opdracht 1.
■ een opening:
De verba lopen , staan , zitten , liggen en hangen met te en een tweede verbum
Hoofdstuk 1 De hobby
In de tekst van opdracht 2 zie je de volgende zinnen:
1 In een kantoortuin zitten meerdere mensen tegelijk in een open ruimte te werken . 2 Soms lopen collega’s te bellen of staan ze te praten .
Taalhandeling: ■ Praten over je hobby’s
Grammatica: ■ Het diminutief
■ De superlatief (1) ■ De superlatief (2) ■ Het futurum met gaan
Lopen, staan, zitten zijn verba voor posities. In deze posities kun je ook nog iets anders doen. Ook liggen en hangen zijn verba voor posities.
Taaltalent2 HD2020.indd 13
28-09-20 08:58
■ drie onderdelen:
De volgende zinnen kun je op twee manieren zeggen:
1 Je zit in je kantoor en je werkt. 2 Je loopt op straat en je belt met een collega. 3 Je staat bij de kassa en je praat met een andere klant. 4 Je ligt op de bank en je slaapt een uurtje. 5 De was hangt buiten en droogt in de wind.
Je zit in je kantoor te werken . Je loopt op straat met een collega te bellen . Je staat bij de kassa met een andere klant te praten . Je ligt op de bank een uurtje te slapen . De was hangt buiten in de wind te drogen .
• voorbereiden Dit kun je alleen (thuis) doen.
• uitvoeren Dit doe je in de groep of klas.
Let op: Bij separabele verba staat het eerste deel van het verbum (het prefix) voor te. De rest van het verbum komt na te :
• oefenen Dit kun je alleen (thuis) doen.
Hij staat in de keuken af te wassen .
■ een woordenlijst :
100
hoofdstuk 1 De hobby
woordenlijst
woordenlijst nederlands – engels
oosterse keuken, de eastern cuisine, the organiseren to organize prettig comfortable, good ruim spacious rust, de quietness, tranquillity schaatsen to ice skate schaatstocht, de ice skating trip, the scherm, het screen, the schitterend splendid, marvellous schoen, de shoe, the shoppen to shop snowboarden to snowboard souvenir, het souvenir, the sporter, de sportsman, sports woman, the teamsport, de team sport, the teleurgesteld disappointed telkens every time thuisblijven to stay at home tientallen dozens uitrusten to rest uniek unique
vanaf
from
vanwege
because of
vast en zeker
for sure field, the tiresome
aanbieden aanspreken aantrekkelijk
to offer
gevaarlijk
dangerous
veld, het
to appeal appealing
gevorderde, de
advanced, the
vermoeiend voelen (zich)
geweldig gewoon
great
Taaltalent2 HD2020.indd 100 Opdrachten In dit boek leer je vooral door opdrachten uit te voeren.
to feel
afspreken
to make an appoint ment
simply
volgens vooral vriezen
according to
golf, de
wave, the
afstand, de
distance, the if / when / as equipment, the adventure, the
especially to freeze USA, the
28-09-20 09:00
herfst, de
autumn, fall, the
als
hoezo
how is that
apparatuur, de avontuur, het
VS (Verenigde Staten), de
houden van
to like, to love someone else
iemand anders in verband met
want
because
bakken
to bake
due to
weiland, het
meadow, the
bedrijfsuitje, het
business outing, the
inburgeringsexamen, het
exam for civic
wintersportvakantie, de
winter holiday, the
beginner, de
beginner, the
integration, the
bekijken
to look at accessible
inderdaad
indeed cat, the
zoals zodra
as
bereikbaar
kat, de klinken kop, de kortom kou, de
as soon as
beweging, de
movement, the
to sound
zorgen dat
to make sure that
bijzonder
special
header, the
zout
salty
bioscoop, de
cinema, the
in short cold, the
zullen
shall, will
bos, het
forest, woods, the
zwembad, het
swimming pool, the
bovendien besides, moreover brandweerman, de fire fighter, the buren, de neighbours, the combinatie, de combination, the concept, het concept, the daarbij with that, hence dooien to thaw doorgaan to take place dus so eigenlijk actually elftal, het team of eleven players, the fitness, de fitness, the fles, de bottle, the gek crazy, strange geloven to believe genieten to enjoy gerust easily
ledenpas, de
membership card, the
lente, de
spring, the body, the
lichaam, het
lid, het (de leden)
member, the (the members) membership, the
lidmaatschap, het
liedje, het locatie, de
song, the
location, the
luieren
to laze
medewerker, de
coworker, the to participate to take along all together moment, the just, recently because, since surrounding
In dit kader wordt grammatica uitgelegd.
meedoen meenemen met z’n allen moment, het
net
omdat
omliggend
ooit
ever
38
39
Kaders met een paarse titel gaan over taalhandelingen .
10
Zo werkt Taaltalent
Gebruikte pictogrammen:
uitvoeren
zeg na luister naar het fragment op de site
op het werk: de bedrijfskantine
Opdracht 22 Praat nu eerst samen over het thema.
1 Werkende mensen in mijn land … a nemen voor de lunch brood mee naar hun werk b nemen voor de lunch iets anders mee naar hun werk:
bedenk (je antwoord is niet goed of fout)
lezen
c eten op het werk (in een bedrijfskantine) d eten in een restaurant e anders:
werk samen met een medecursist
2 De lunchpauze voor werkende mensen duurt in mijn land
.
3 We vinden gezond eten in mijn land … a niet belangrijk b een beetje belangrijk c heel belangrijk
je krijgt de tekst van je docent
4 Wat weet je van de lunchpauze van werkende mensen in Nederland?
studievaardigheid schrijf op een los vel en lever het in
Op de website vind je extra opdrachten. Je leert: ■ met andere cursisten praten over eten en een menu samenstellen; ■ een e-mail sturen om de bedrijfskantine voor een feest te reserveren.
leer zelf
87
op het werk Aan het eind van ‘uitvoeren’ vind je een opdracht over een situatie op het werk. Meer opdrachten hierover staan op de site. Leesteksten In het boek staan leesteksten. De nieuwe woorden staan in een lijst aan het einde van het hoofdstuk.
ga naar de website
Taaltalent2 HD2020.indd 87
28-09-20 09:01
Achter in het boek vind je: ■ correctiecodes ■ onregelmatige/sterke verba ■ grammaticale begrippen
11
Taaltalent deel 2
online studiemateriaal
Op www.coutinho.nl/taaltalent2-druk2 vind je het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit: ■ video’s en oefeningen voor taalsituaties op het werk; ■ audiofragmenten; ■ oefeningen voor diverse vaardigheden; ■ oefentoetsen per hoofdstuk; ■ woordenlijsten met vertalingen naar het Engels, Arabisch, Duits, Pools, Spaans en Tigrinya; ■ de antwoorden op de opdrachten in het boek; ■ grammaticaoverzichten; ■ oefenexamens op A2-niveau.
Docenten kunnen een docentenhandleiding, twee toetsen met antwoorden, transcrip ten, en printbare versies van de oefenexamens op A2-niveau aanvragen.
12
uitvoeren
Hoofdstuk 1 De hobby
Taalhandeling: ■ Praten over je hobby’s
Grammatica: ■ Het diminutief
■ De superlatief (1) ■ De superlatief (2) ■ Het futurum met gaan
13
hoofdstuk 1 De hobby
Hoi, mijn naam is …
Hoi, mijn naam is Johnny. Ik kom uit de VS , maar woon al drie jaar in Nederland. Ik spreek best wel goed Nederlands, maar ik wil het inburgeringsexamen gaan halen. Daarom heb ik nu Nederlandse les van Marieke. Ik vind de lessen heel leuk en wil graag veel oefenen. Ik ben lid geworden van een voetbalclub. Ik voetbal graag en houd van teamsporten . De jongens van mijn elftal praten soms Nederlands tegen me, maar meestal spreken ze Engels. Met mijn buren , Hans en Greet, praat ik altijd Nederlands. Met Hans voetbal ik weleens op het veldje tegenover ons huis. Soms doet Greet ook mee . Dat vind ik een beetje gek , want voetbal is iets voor mannen. Greet is heel sportief en gaat drie of vier keer per week naar de fitness . Hans is niet zo sportief, maar hij schaatst graag in de winter. Zodra het kouder wordt, begint Hans over de Elfstedentocht te praten. Dat is de langste schaatstocht van Nederland. Ik begrijp niet waarom die zo bijzonder is en waarom Hans telkens over die tocht in Friesland begint. Als het dan minder koud wordt en gaat dooien , is Hans teleurgesteld . Dan gaat de tocht weer niet door. 5 10 15
14
voorbereiden
voorbereiden
Opdracht 1 Beantwoord de vragen.
1 Wat zijn jouw hobby’s? a sporten: ik
graag.
b muziek maken: ik speel
.
c lezen: ik lees graag
.
d naar de film gaan. e reizen: ik ga graag op reis naar
.
f koken: ik maak graag
.
g luieren (= nietsdoen). h iets anders:
.
2 Hoeveel tijd besteed je per week aan je hobby’s? uur per week
3 Wanneer besteed je tijd aan je hobby’s? a in het weekend
b ’s avonds c overdag
4 Met wie doe je je hobby’s? a alleen b met vrienden c met iemand anders:
15
hoofdstuk 1 De hobby
Opdracht 2 Welke kop hoort bij welke tekst?
a Wat biedt Basic-Fit aan? b Leden over Basic-Fit Amsterdam-West. c Waar vind je Basic-Fit Amsterdam-West? d Voor wie is Basic-Fit Amsterdam-West?
1 Basic-Fit Amsterdam-West is op een goed bereikbare locatie in Amsterdam West. Ideaal dus voor alle Amsterdammers en voor sporters uit omliggende plaatsen als Halfweg, Zwanenburg en Badhoevedorp. Naast onze sportschool is een ruime , gratis parkeerplaats. De bus stopt voor de deur. 2 Basic-Fit is de grootste en goedkoopste sportschool van Nederland. Er is altijd een club bij jou in de buurt! Met de sterke combinatie van de nieuwste en beste apparatuur van TechnoGym en een goedkoop lidmaatschap per maand ( vanaf € 15,95 per maand) biedt Basic-Fit een uniek fitness concept aan. Bovendien kan het hele gezin de ledenpas gebruiken. Wanneer jij niet kunt sporten, kan iemand anders uit het gezin de ledenpas gewoon gebruiken! Dat kan alleen bij Basic-Fit. 3 In onze sportschool fitnessen mensen van alle leeftijden. Mannen en vrouwen, beginners en gevorderden . Ook jij voelt je er vast en zeker thuis! Eerst zien, dan geloven ? Loop gerust eens binnen bij Basic-Fit Amsterdam-West. Je bent van harte welkom. 4 Rina (57 jaar), officemanager: ‘Ik heb voor de Basic-Fit Fitness Amsterdam-West gekozen omdat ik het liefst dicht bij huis sport. Ook spreekt de prijs mij erg aan . Er zijn leuke mensen op de club. Ik voel me thuis op de club. Ik train om fit te blijven en om af te vallen. Sporten is goed voor je lichaam .’ Ab (23 jaar), brandweerman : ‘ In verband met mijn werk bij de brandweer moet ik fit blijven en goed voor mijn lichaam zorgen. Dit kan ik doen bij Basic-Fit. Ik heb voor Basic-Fit gekozen vanwege de goede apparatuur op de club en de aantrekkelijke prijs. Daarbij is het erg prettig dat je gratis kunt parkeren.’
5
10
15
20
25
30
16
voorbereiden
Frans (31 jaar), administratief medewerker : ‘Ik heb gekozen voor Basic-Fit omdat je daar goedkoop kunt sporten. Je kunt gaan wanneer je wilt. Daarbij is de locatie schitterend en zijn de medewerkers altijd hartelijk. Ik train om gezond te blijven.’
Inschrijven
(Naar: http://www.basic-fit.nl/sportschool/amsterdam-west)
Opdracht 3 Lees de tekst en beantwoord de vragen.
1 Wat zijn Halfweg, Zwanenburg en Badhoevedorp? a de namen van buurten in Amsterdam b de namen van andere dorpen of steden c de namen van andere sportscholen
2 Wat kost een abonnement bij Basic-Fit? a € 15,95 per maand b minimaal € 15,95 per maand c maximaal € 15,95 per maand
3 Je bent getrouwd en hebt drie kinderen. Jullie gaan niet samen sporten. Hoeveel ledenpasjes heb je nodig?
a 1 b 2 c 5
4 Wie gaat met de auto naar de fitnessclub? a Rina b Ab c Frans 5 Wie vindt zichzelf een beetje te dik? a Rina b Ab c Frans
17
hoofdstuk 1 De hobby
6 Wie vindt de plaats van de sportschool mooi? a Rina b Ab c Frans
Opdracht 4 Wat betekent hetzelfde? Zoek in de tekst.
Voorbeeld: grote = ruime
1 Je kunt er goed met de auto en de fiets komen. = 2 de dorpen of steden in de buurt = 3 heel goede apparaten = 4 Je vindt het vast leuk om daar te zijn. = 5 Ik vind de prijs heel goed. = 6 de lage prijs = /
18
uitvoeren
uitvoeren
Opdracht 5 Praat met een medecursist over opdracht 1. Gebruik de zinnen uit het kader Praten over je hobby’s .
Praten over je hobby’s
positief
negatief
Ik zwem graag . Ik vind zwemmen leuk . Ik houd van zwemmen. Hij kookt graag . Hij vindt koken leuk . Hij houdt van koken.
Ik zwem niet graag . Ik vind zwemmen niet leuk . Ik houd niet van zwemmen. Hij kookt niet graag . Hij vindt koken niet leuk . Hij houdt niet van koken.
Let op: Het woord graag komt vaak direct na de persoonsvorm. Ik ga graag naar een museum. Hij praat graag met zijn vrienden. Zij wil graag gaan schaatsen.
Let op: Het woord graag komt direct na niet .
Ik ga niet graag naar een museum. Hij praat niet graag met zijn vrienden. Zij wil niet graag gaan schaatsen.
19
hoofdstuk 1 De hobby
Opdracht 6
A Zet het goede woord bij de plaatjes.
Kies uit: schilderen ■ duiken ■ wandelen ■ knutselen ■ zeilen ■ lezen ■ pianospelen ■ winkelen
1
2
3
4
5
6
7
8
20
uitvoeren
B Praat met een medecursist over de antwoorden. Maak zinnen. Gebruik zinnen uit het kader Praten over je hobby’s . Cursist A maakt een zin met houdt van of met vindt … leuk , cursist B maakt een zin met … graag .
Voorbeeld: De man/de vrouw op foto 1 houdt van zeilen/zeilt graag. De man/de vrouw op foto 1 vindt zeilen leuk.
C Vertel elkaar wat jullie vinden van deze hobby’s.
Voorbeeld: Zeil jij graag? Ja, ik zeil heel graag.
Of :
Vind jij zeilen leuk? Nee, ik vind zeilen niet zo leuk.
Opdracht 7 Luister naar de dialogen en zet de woorden bij de goede persoon.
Kies uit: gitaar spelen ■ koken ■ reizen ■ naar de film gaan ■ skiën ■ schaatsen ■ zwemmen ■ shoppen
Rita
Wim
Constance
Peter
21
hoofdstuk 1 De hobby
Opdracht 8 Luister nog een keer naar de dialogen en beantwoord de vragen.
1 Rita zegt: ‘Ik doe te weinig.’ a waar b niet waar
2 Wim is in de winter graag in Nederland. a waar b niet waar 3 Constance houdt van een actieve vakantie. a waar b niet waar
4 Peter organiseert in de zomer een picknick voor zijn vrienden. a waar b niet waar
Je krijgt nu de tekst.
Het diminutief
Als een ding of een persoon niet zo groot is, gebruiken we vaak het diminutief.
substantief
diminutief
de kop het huis de bank het boek
het kop je het huis je het bank je het boek je
de tafel de stoel
het tafel tje het stoel tje
de auto de oma de paraplu
het autoo tje het omaa tje het parapluu tje
22
uitvoeren
Het artikel bij het diminutief is altijd het .
Hoe maak je het diminutief? substantief + je substantief + tje
We gebruiken -tje vaak bij woorden die eindigen op -ie , -l , -n en -r : kopie tje , tafel tje , maan tje , deur tje .
Woorden met aan het eind - o , - a en - u krijgen: -ootje, -aatje en -uutje.
Let op:
het gl a s – het gl aa sje de jonge n – het jongetje
Opdracht 9 Je krijgt nu de tekst van het audiofragment. Lees de tekst en zoek de diminutieven.
1 2 3 4 5 6 7 8
23
hoofdstuk 1 De hobby
Opdracht 10
A Werk samen. Wat is het diminutief?
de kop de appel het bed de banaan het boek de opa
1 2 3 4 5 6 7 8
de stoel het bier
B Maak nu met ieder diminutief een zin.
De superlatief (1)
In het audiofragment heb je gehoord: Maar het liefst ga ik een avondje naar de bioscoop.
De woorden nieuwst , best en liefst zijn superlatieven. Je combineert hier de superlatief met het .
Wat is het adjectief en de comparatief van deze woorden?
adjectief
comparatief
superlatief
het nieuw st het groot st het dik st het best het meest het minst het liefst
1 nieuw 2 3 4 5 6 7
nieuwer
24
uitvoeren
Opdracht 11
A Onderstreep de comparatief of superlatief.
Voorbeeld: Een voetbal is groter dan een tennisbal.
1 Mijn vriendin kan harder rennen dan ik. 2 We zwemmen liever in een meer dan in de zee. 3 Van alle sporten vind ik fitness het leukst. 4 In de winter wandel ik minder met de hond. 5 Het water is in de zomer het warmst.
B Stel vragen aan een medecursist. Cursist A stelt de vraag met de comparatief. Cursist B geeft antwoord met de comparatief. Wissel daarna van rol.
Voorbeeld: Zwem je ( graag ) in een zwembad of in de zee? Zwem je liever in een zwembad of in de zee? Ik zwem liever in de zee.
Cursist A
Cursist B
1 Speel je ( graag ) voetbal of tennis? 2 Welke taal spreek je ( goed ): Engels of Nederlands? 3 Welk land vind je ( mooi ): Nederland of jouw land? 4 Wat vind je ( leuk ): naar de film gaan of thuis een film kijken? 5 Op welke dag slaap je ( lang ): op vrijdag of op zondag?
1 Wat eet je ( graag ): vlees of vis? 2 Welk eten vind je ( lekker ): Aziatisch of Italiaans? 3 Welke films vind je ( goed ): romanti sche films of actiefilms? 4 Welk land is ( klein ): jouw land of Nederland? 5 Van welk seizoen houd je ( veel ): van de zomer of van de winter?
C Doe opdracht B nog een keer, maar gebruik nu de superlatief.
Voorbeeld: Zwem je ( graag ) in een zwembad of in de zee? Zwem je het liefst in een zwembad of in de zee? Ik zwem het liefst in de zee.
25
oefenen
oefenen
Oefenen met de woorden
Oefenen met de woorden van de openingstekst ( Hoi, mijn naam is … )
Opdracht 23 Welk woord hoort bij deze woorden?
Kies uit: bijzonder ■ veld ■ elftal ■ dooien ■ lid ■ schaatsen
1 team – spelen – club – 2 ijs – winter – Elfstedentocht – 3 speciaal – niet normaal – niet gewoon – 4 club – abonnement – betalen – 5 sneeuw – temperatuur – warmer – 6 spelen – voetbal – groen –
Oefenen met de woorden van opdracht 2
Opdracht 24 Lees de zin en kies het goede woord.
Voorbeeld: Op deze sportschool komen oude en jonge sporters / locaties .
1 Het lichaam / lidmaatschap van deze club kost € 30,- per maand. 2 Op de muziekschool is er bovendien / gerust gratis koffie en thee. 3 De club ligt heel centraal en is goed bereikbaar / omliggend . 4 Ik sport op een unieke / geruste locatie midden in het centrum. 5 We kunnen niet schaatsen omdat / dus het dooit.
33
hoofdstuk 1 De hobby
Opdracht 25 Maak de woorden compleet.
Kies uit: lijk ■ schap ■ pas ■ man ■ spreken
Voorbeeld: bereik bereik baar
1 lidmaat 2 leden 3 aantrekke 4 aan 5 brandweer
Oefenen met de woorden van opdracht 7, 8 en 9
Opdracht 26 Wat hoort bij elkaar?
a film b fantastisch
1 vriezen 2 lente 3 bakken 4 zingen 5 geweldig 6 bioscoop 7 shoppen
c herfst d koud e kopen f brood g liedje
Opdracht 27 Welk woord past in de zin?
1 Ga je mee naar de muziekschool? – Ik wil wel graag, maar ik heb … geen tijd. a gevaarlijk b eigenlijk c zoals
34
oefenen
2 Mijn hobby’s zijn: zingen, gitaar spelen, pianospelen; … ik houd van muziek. a kortom
b net c ooit
3 In de zomer zitten we in de tuin en … we van het mooie weer. a vriezen b zorgen c genieten
4 Er is vandaag veel wind en er zijn hoge … a golven b bossen c weilanden
5 Ik kom … van de sportschool en wil nu eerst gaan douchen. a ooit b zout c net
Oefenen met de woorden van opdracht 14 en 16
Opdracht 28 Welk woord staat er? Combineer de lettergrepen tot een nieuw woord uit de tekst.
Voorbeeld: schap – lid – maat = lidmaatschap
1 rus – uit – ten 2 be – ken – kij 3 daad – der – in 4 men – mee – ne 5 len – tal – tien
35
hoofdstuk 1 De hobby
Oefenen met de grammatica
Opdracht 29 Zet het woord tussen haakjes als diminutief in de zin.
Voorbeeld: Na het sporten drink ik graag een
water. ( glas )
Na het sporten drink ik graag een glaasje water.
1 We drinken iedere morgen een
koffie. ( kop )
2 ’s Avonds drink ik graag een
. ( bier )
3 Eten jullie altijd aan dat kleine
? ( tafel )
4 Wat een lief
! ( kat )
5 Dit is een leuk
van onze vakantie. ( foto )
Opdracht 30 Welke vorm van de superlatief is correct?
1 In de zomer sport ik het … buiten. a graagst b liefst
2 Ik vind deze muziek het … a mooist b mooiest
3 Van alle sportscholen is deze het … a duurst b duurdst 4 Bij de … clubs moet je per jaar betalen. a meest b meeste
36
oefenen
5 Schaatsen vind ik het … leuk. a weinigst b minst
Opdracht 31 Herschrijf de zinnen. Gebruik gaan .
Voorbeeld: We kopen een voetbal. We gaan een voetbal kopen .
1 Ze schaatst iedere dag.
2 Ik sport ’s middags.
3 Ze rusten in de vakantie uit.
4 Hij koopt een sportfiets.
5 Doe jij de boodschappen?
Maak nu de extra opdrachten en de toets op de website (www.coutinho.nl/taaltalent2-druk2).
37
hoofdstuk 1 De hobby
woordenlijst nederlands – engels
aanbieden aanspreken aantrekkelijk
to offer
gevaarlijk
dangerous
to appeal appealing
gevorderde, de
advanced, the
geweldig gewoon
great
afspreken
to make an appoint ment
simply
golf, de
wave, the
afstand, de
distance, the if / when / as
herfst, de
autumn, fall, the
als
hoezo
how is that
apparatuur, de avontuur, het
equipment, the adventure, the
houden van
to like, to love someone else
iemand anders in verband met
bakken
to bake
due to
bedrijfsuitje, het
business outing, the
inburgeringsexamen, het
exam for civic
beginner, de
beginner, the
integration, the
bekijken
to look at accessible
inderdaad
indeed cat, the
bereikbaar
kat, de klinken kop, de kortom kou, de
beweging, de
movement, the
to sound
bijzonder
special
header, the
bioscoop, de
cinema, the
in short cold, the
bos, het
forest, woods, the
bovendien besides, moreover brandweerman, de fire fighter, the buren, de neighbours, the combinatie, de combination, the concept, het concept, the daarbij with that, hence dooien to thaw doorgaan to take place dus so eigenlijk actually elftal, het team of eleven players, the fitness, de fitness, the fles, de bottle, the gek crazy, strange geloven to believe genieten to enjoy gerust easily
ledenpas, de
membership card, the
lente, de
spring, the body, the
lichaam, het
lid, het (de leden)
member, the (the members) membership, the
lidmaatschap, het
liedje, het locatie, de
song, the
location, the
luieren
to laze
medewerker, de
co-worker, the to participate to take along all together moment, the just, recently because, since surrounding
meedoen meenemen met z’n allen moment, het
net
omdat
omliggend
ooit
ever
38
woordenlijst
oosterse keuken, de eastern cuisine, the organiseren to organize prettig comfortable, good ruim spacious rust, de quietness, tranquillity schaatsen to ice skate schaatstocht, de ice skating trip, the scherm, het screen, the schitterend splendid, marvellous schoen, de shoe, the shoppen to shop snowboarden to snowboard souvenir, het souvenir, the sporter, de sportsman, sports woman, the teamsport, de team sport, the teleurgesteld disappointed telkens every time thuisblijven to stay at home tientallen dozens uitrusten to rest uniek unique
vanaf
from
vanwege
because of
vast en zeker
for sure field, the tiresome
veld, het
vermoeiend voelen (zich)
to feel
volgens vooral vriezen
according to
especially to freeze USA, the
VS (Verenigde Staten), de
want
because
weiland, het
meadow, the
wintersportvakantie, de
winter holiday, the
zoals zodra
as
as soon as
zorgen dat
to make sure that
zout
salty
zullen
shall, will
zwembad, het
swimming pool, the
39
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker