Effectief schrijven in de juridische praktijk - Joost Swanborn

Inhoud

Inleiding

11

1

De voorbereiding

15 16 16 17 21 22 23 24 27 27 29 31 33 34 34 36 39 43 44 45 52 56 61 62 62 63 63 64 64 65 65

1.1 Waarom schrijf je?

1.1.1 De aanleiding

1.1.2 De doelen: informeren, overtuigen en activeren

1.2 Wat schrijf je? 1.3 Wie is je lezer?

1.4 Wat is je boodschap? 1.5 Wat was de vraag?

1.6 Wat zijn onderzoeksvragen?

1.6.1 Criteria

1.6.2 Soorten onderzoeksvragen

1.6.3 Deelvragen

1.6.4 Onderzoeksvragen (her)formuleren

1.7 Hoe maak je een schrijfplan?

1.7.1 Vragen beantwoorden

1.7.2 Antwoorden in structuur plaatsen

Oefeningen bij hoofdstuk 1

2

Regelgeving weergeven

2.1 Analyseren: als … dan … 2.2 Parafraseren: vertalen 2.3 Structureren en formuleren

Oefeningen bij hoofdstuk 2

3

Feiten weergeven

3.1 Selecteren: relevante feiten

3.1.1 Parafraseren

3.1.2 Feiten van meningen scheiden

3.2 Structureren: logische volgorde

3.3 Formuleren

3.3.1 Leid de feiten in

3.3.2 Gebruik tijden consequent 3.3.3 Gebruik signaalwoorden

Made with FlippingBook - Online catalogs