Effectief schrijven in de juridische praktijk - Joost Swanborn
3.3.4 Gebruik verwijswoorden 3.3.5 Formuleer objectief 3.3.6 Feiten formuleren in het kort
66 67 67 68 79 81 83 84 85 86 88 88 90 90 94 95 95 97
Oefeningen bij hoofdstuk 3
4
Argumentatie weergeven 4.1 Logisch redeneren 4.2 Typen argumentatie
4.2.1 Enkelvoudige argumentatie 4.2.2 Meervoudige argumentatie 4.2.3 Nevenschikkende argumentatie 4.2.4 Onderschikkende argumentatie
4.2.5 Concessieve constructies, ‘verzwegen’ argumenten en drogredenen
4.3 Argumentatiestructuur
4.3.1 Argumentatieschema’s 4.3.2 Behandelvolgorde
4.4 Het formuleren van argumentatie
4.4.1 Inleiden
4.4.2 Signaalwoorden gebruiken 4.4.3 (Deel)conclusies trekken
101 104 105 112 113 127 127 127 129 133 133 134 138 139 141 143
4.4.4 Argumentatie van anderen parafraseren
4.5 Voorbeeldcasus: Ontslag op staande voet
4.6 Tips
Oefeningen bij hoofdstuk 4
5
Inleiding, slot en samenvatting
5.1 Inleiding: verwachtingenmanagement
5.1.1 Structureren 5.1.2 Formuleren
5.2 Slot: consequenties, samenvatting, aanbevelingen
5.2.1 Inhoud
5.2.2 Structuur en formuleringen
5.3 Samenvatten
5.3.1 Uitspraken en oordelen 5.3.2 Andere juridische teksten
Oefeningen bij hoofdstuk 5
Made with FlippingBook - Online catalogs