Effectief schrijven in de juridische praktijk - Joost Swanborn

1.5 • Wat was de vraag?

kunnen brengen wat je kernboodschap is, moet je die centrale vraag kennen. Zo werken zakelijke teksten namelijk: er is een vraag, en jij geeft daar in je tekst het antwoord op. Duidelijk voor jezelf – en vooral voor je lezer. De kernboodschap is dus een minisamenvatting van je tekst, en het antwoord op je kernvraag. Je kunt de kernboodschap weergeven in de inleiding van je tekst, in de conclusie, en in de eventuele samenvatting. Daarbij kun je gebruik- maken van een vraag-antwoordstructuur. Daarbij stel je de kernvraag, en geef je vervolgens het antwoord in de vorm van de kernboodschap.

Die vragen beginnen met vraagwoorden. • Wie … ? • Wat … ? • Welke … ? • Hoe … ?

• Wanneer … ? • Waarom … ?

Daarmee formuleer je een kernvraag waarop je tekst het antwoord geeft. Daaruit blijkt wat de lezer van je tekst kan verwachten.

• Wie is er verantwoordelijk voor de administratie? • Wat houdt de wijziging van het ontslagrecht in?

• Welke maatregelen zijn nodig om te voldoen aan de regelgeving? • Hoe kan de rechterlijke macht zorgen voor een beter imago? • Wanneer had u moeten betalen? • Waarom heeft uw cliënt niet eerder gereageerd?

Er zijn ook andere formuleringen mogelijk.

• In hoeverre heeft de wijziging van het ontslagrecht negatieve gevolgen voor de werknemers in de metaalbranche? • In welke zin heeft de rechterlijke macht een imagoprobleem?

Je ziet aan de vorm al dat het gaat om zeer verschillende vragen, waarop zeer verschillende antwoorden zullen komen. Daarmee zal de kernboodschap ook sterk verschillen.

Laten we dit eens toepassen op de hiervoor besproken voorbeelden, en daar- voor kernvragen formuleren.

25

Made with FlippingBook - Online catalogs