Peter Teitler & Ans van Brussel - Lessen in orde op de basisschool

Deel 1  Het gedrag in de klas

‘Onderzoeksresultaten wijzen uit dat het soepel functioneren van effectieve leer krachten gedurende het jaar meestal het gevolg is van een effectieve planning en organisatie in de les gedurende de eerste weken van het schooljaar. Effectieve leerkrachten gaven leerlingen heldere instructies ten aanzien van hun verwach tingen van gewenst gedrag. Effectieve leerkrachten maakten ook de gevolgen van wangedrag duidelijk en pasten die consequent toe.’ (Evertson & Emmer, 2009, p. 20) De leerkracht die leerlingen in het begin vertelt hoe hij het hebben wil, heeft een grote invloed op de groepsnormen en dus op het creëren van een veilige leeromgeving. Structuur bieden, schoolregels handhaven, grenzen stellen en consequent en voor spelbaar leerkrachtgedrag zijn nodig. Niet alleen in de eerste fase van het groeps proces, maar ook voor de ontwikkeling van individuele leerlingen zijn het belangrijke ingrediënten (weten we uit recente publicaties over het brein: Nelis & Van Sark, 2011, p. 13). Maar veronderstel dat een leerkracht zichzelf is en zijn karakter sluit helemaal niet aan bij dat wat de beginnende groep nodig heeft: • een leerkracht is ongestructureerd, wat rommelig en houdt van gezelligheid, terwijl de situatie met groep 4b om ander gedrag vraagt; • een leerkracht is van nature afstandelijk of afwachtend en krijgt daardoor maar geen contact met zijn leerlingen; • een leerkracht is van nature ongeduldig terwijl hij met een aantal faalangstige leer lingen te maken heeft; • een leerkracht heeft een feminiene aanpak waar een meer masculiene aanpak veel beter werkt. In zijn algemeenheid geldt dat de leerkracht zijn gedrag dient aan te passen aan de situatie – zelfs wanneer dat gedrag indruist tegen zijn primaire gedachten en emoties. Een leerkracht moet professioneel zijn en een klas bieden waar die in het stadium van haar groepsontwikkeling behoefte aan heeft. Later, als leerkracht en leerlingen weten wat ze aan elkaar hebben, kan het nuttig zijn om de structuur enigszins los te laten, om regels minder strak te hanteren en af te laten hangen van de leerling of van de eigen interpretatie van een situatie. Dan kan een leer kracht zich in toenemende mate veroorloven om zichzelf te zijn en de leerlingen de vrijheid te geven die ze aankunnen. Maar denkt een startende leerkracht in het begin van een onderwijsloopbaan zich te kunnen permitteren om zichzelf te zijn, dan kan dat het opbouwen van een goede band met leerlingen in de weg staan. Het advies aan startende leerkrachten zou daarom ook niet ‘wees jezelf ’ moeten luiden maar: ‘wees niet jezelf, wees professioneel’. Dit advies is bedoeld als een uit nodiging tot onderzoek (bij jezelf en bij elkaar) naar wat er gebeurt tussen leerkracht en leerling of klas.

38

Made with FlippingBook - Online catalogs