Armoede en bestaansonzekerheid _Witte

1 • Wat is armoede?

De kenmerken van het precariaat komen in belangrijke mate overeen met de groepen mensen die in Nederland onder de armoedegrens leven: zijn laagopgeleid of ongeschoold, ontvangen vaak een uitkering of een karig pen sioen, wonen in een sociale huurwoning, hebben nauwelijks of geen eigen vermogen, zijn fysiek ongezond, hebben gebrekkige digitale vaardigheden, hebben een zwakke taalbeheersing en een beperkt sociaal netwerk. Over wie hebben we het dan allemaal? De kans op armoede is het grootst bij de jongsten en alleroudsten in de bevolking. Kinderen tot en met 12 jaar lopen een bovengemiddeld risico. Dit geldt ook voor ouderen die alleen rond moeten komen van AOW en boven de 80 jaar zijn. Daarnaast zijn eenou dergezinnen en alleenstaanden tot 65 jaar vaker dan gemiddeld arm, even als alleenstaande moeders met minderjarige kinderen. Verder vormen niet-­ westerse migranten – vooral uit de eerste (oudere) generatie – bijna de helft van de volwassen armen. Dit betreft met name Marokkaanse Nederlanders. Daardoor verkeren veel kinderen uit migrantengroepen, specifiek met een niet-westerse achtergrond, in armoede. Vooral verborgen armoede is een probleem en aandachtspunt. In armoe de verkerende personen/gezinnen komen er niet gemakkelijk voor uit dat ze in financiële nood verkeren. De stap richting gemeente en hulpverlening durven ze vaak niet te nemen. Schaamte, schroom en trots spelen hier een belangrijke rol. Maar ook onbekendheid met gemeentelijke regelingen en voorzieningen speelt mee. In het ergste geval leidt verborgen armoede tot zorgmijding (Engbersen, 2006). Er is bij zzp’ers en mensen met een parttimebaan of nulurencontract veel verbor gen armoede. Het aantal stijgt. Voor gemeenten en ondersteunende instanties zijn dit moeilijk bereikbare groepen. Deze mensen hebben geen uitkering en staan behalve in het bevolkingsregister niet in andere registratiesystemen van gemeen ten vermeld. Bovendien hebben deze groepen vaak geen recht op voorzieningen voor armen, zoals huurtoeslag of kwijtschelding van lokale heffingen. Voor een deel van de zzp’ers is het lastig rond te komen van het eigen inkomen. Lage vergoedin gen van opdrachtgevers, toenemende onderlinge concurrentie en bezuinigingen binnen sommige bedrijfssectoren spelen hun parten. Ongeveer een op de tien zzp’ers loopt het risico op armoede (Brakel & Otten, 2019).

Armoede onder zelfstandigwerkenden (zzp’ers) en parttimers

26

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker