Donk - Praktijkonderzoek in zorg en welzijn

1 Een inleiding op praktijkonderzoek

vaak gebruik van dezelfde vaardigheden (denk bijvoorbeeld aan observeren, doorvragen, conclusies trekken). Ook is het vaak zo dat je beide processen om praktische redenen naast elkaar uitvoert en dus voortdurend schakelt tussen de rol van zorg- en/of dienstverlener en die van praktijkonderzoeker.

1.2

De kernactiviteiten van praktijkonderzoek

De cyclus voor praktijkonderzoek (Van der Donk & Van Lanen, 2015; 2017) die we hier presenteren, omvat zes kernactiviteiten (zie figuur 1.1) voor het uit voeren van beschrijvend, vergelijkend, definiërend, evaluerend en verkla rend praktijkonderzoek. Bij een kennisgericht praktijkonderzoek doorloop je deze cyclus. Vaak leiden deze verworven inzichten tot plannen om veran deringen door te voeren in de praktijk. Wanneer je dit innovatieproces op een onderzoekende wijze aanpakt, spreken we van een ontwerponderzoek. Je doorloopt dan aanvullend de innovatiecyclus (met de kernactiviteiten ont werpen, verzamelen en analyseren en concluderen) een of meer keren. Je test het ontwerp uit in de praktijk en gaat na of het ontwerp voldoet. Indien nodig pas je het ontwerp aan. Wanneer je praktijkonderzoek doet, doorloop je alle kernactiviteiten mini maal één keer. De kernactiviteit ontwerpen voer je alleen bij ontwerponder zoek uit. De kernactiviteiten zijn met elkaar verbonden en volgen elkaar op. De hoofdrichting is die van de pijlen (met de klok mee). Je start je praktijk onderzoek met een analyse van je praktijkprobleem en zoomt steeds meer in op dat wat je echt wilt weten. Het onderzoeksproces heeft een cyclisch karak ter. Met cyclisch bedoelen we dat je de cyclus van praktijkonderzoek en/of de innovatiecyclus meerdere keren kunt doorlopen. Het onderzoeksproces is daarnaast ook iteratief van aard. Met iteratief bedoelen we herhalend. Het zal geregeld voorkomen dat de uitkomst van een bepaalde kernactiviteit je als onderzoeker dwingt een eerdere kernactiviteit opnieuw uit te voeren. Je pen delt tijdens het onderzoeksproces soms heen en weer tussen de verschillende kernactiviteiten. Oriënteren Je probeert in beeld te brengen welke praktijkproblemen er zijn, voor wie deze belangrijk zijn, wat erover bekend is en wat het belang van je onderzoek kan zijn voor jezelf en de organisatie. Je bekijkt het praktijkprobleem vanuit ver schillende perspectieven. Naast het in kaart brengen van de context ben je tijdens deze kernactiviteit bezig met het verkennen en beschrijven van het praktijkprobleem in dialoogmet anderen enmet behulp van de vakliteratuur. Smeijsters et al. (2011) spreken in dit kader over het verkrijgen van een syste matisch en doorgrond overzicht van het probleem in de praktijksituatie. De

30

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker