Donk - Praktijkonderzoek in zorg en welzijn
1.1 Een positiebepaling van praktijkonderzoek
van algemene wetmatigheden als aan de hand van specifieke kenmerken van de beroepspraktijk, en dat er een sterke koppeling is tussen de onderzoeks resultaten en de specifieke context van de beroepspraktijk die onderzocht wordt. De onderzoeksresultaten zullen hierdoor meestal niet een-op-een toepasbaar zijn in andere beroepssituaties. Daar komt nog bij dat ook de on derzoeker zelf bij praktijkonderzoek geen buitenstaander is die van een af stand naar de praktijk kijkt zonder deze te beïnvloeden. Iedereen die deel uitmaakt van de praktijk heeft namelijk actief invloed op deze praktijk en de manier waarop die wordt ervaren. Het onderzoek kan in meer of mindere mate gericht zijn op de empowerment van belanghebbenden, waarbij je het praktijkprobleem vooral probeert te begrijpen vanuit het perspectief van de belanghebbenden zelf. Je probeert de belanghebbenden bovendien actief te betrekken bij het onderzoek: het onderzoeksproces kan zo bijdragen aan het verkrijgen van regie over de eigen situatie. Evidence-based practice (EBP) voor zorg- en dienstverleners gaat over het zorg vuldig gebruikmaken van het huidige, beste bewijsmateriaal om beslissin gen te nemen met individuele cliënten om de zorg- en/of dienstverlening te verbeteren (Kuiper, Verhoef & Munten, 2016a; 2016b; Van der Meij & Luttik, 2018). Beschikbare evidence wordt gecombineerd met de individuele kennis en ervaringen van de professional en de wensen en voorkeuren van de cliënt. Je zult als zorg- of dienstverlener daaromop de hoogte moeten zijn van het beste bewijsmateriaal of weten waar je dit kunt vinden en dit vervolgens moeten kunnen vertalen naar je eigen specifieke situatie. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (2017) heeft kanttekeningen gezet bij de wijze waarop EBP functioneert en stelt dat het benutten van ex tern bewijs in de lokale situatie meer is dan alleen implementatie. Het we tenschappelijke bewijs doet niet altijd recht aan de pluriformiteit van de beroepspraktijk. Niet altijd is er wetenschappelijk bewijs voorhanden (Van der Meij & Luttik, 2018). Noordegraaf (2010) is van mening dat veel evidence based methodieken binnen de hulpverlening nog van een te hoog abstractie niveau zijn en te weinig op de specifieke beroepscontext gericht zijn. Verhoef (2016) geeft aan dat in de zorg de klinische expertise en patiëntwaarden bij EBP worden ondergewaardeerd. Om ongewenste standaardisering van de zorg te voorkomen dienen richtlijnen en kwaliteitsindicatoren kritisch te worden toegepast in een continu proces van samen leren en verbeteren waar bij de invloed van contextfactoren op de uitkomsten van zorg expliciet wordt gemaakt. Hierbij is er een belangrijke rol weggelegd voor professionals, patiënten en burgers (Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, 2017). 1.1.4 Praktijkonderzoek in relatie tot evidence-based practice en practice based evidence
27
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker