Ten Broeke-Praktijkboek Geïntegreerde Cognitieve Gedragstherapie
1.8 Drie fasen in het gedragstherapeutisch proces
aan gezinnen met een schizofrene patiënt om het niveau van expressed emotion (EE) op een adequaat niveau te brengen, zodat de kans op terugval wordt verkleind; media tietherapie aan ouders van kinderen met ontwikkelingsstoornissen; relatietherapie bij paren die slecht communiceren. Zoals benoemd kent het gedragstherapeutisch proces niet alleen niveaus die bij aan vang en in de loop van de behandeling in zeker opzicht vanuit een metapositie in de taxatie worden betrokken. Er zijn ook min of meer chronologisch te ordenen fasen te herkennen. Daarover meer in paragraaf 1.8. 1.8.1 Fase 1: casusconceptualisatie en behandelplan De eerste fase in het gedragstherapeutisch proces betreft de taxatie van de problema tiek en het opstellen van een behandelplan (zie paragraaf 1.7.1). Korrelboom en Ten Broeke (2014) beschrijven in detail hoe de diagnostische fase in GCGt wordt vormge geven. Kennismaking, registraties en classificatie komen daar uitgebreid en hier kort aan de orde. Wat uitgebreider wordt ingegaan op het gebruik van verklarende, functio nele diagnostiek, aangezien deze de basis vormt van de bespreking van de in dit Prak tijkboek weergegeven casuïstiek. Bij deze bespreking wordt geput uit hoofdstuk 7 uit het Handboek (Korrelboom & Ten Broeke, 2014; zie voor nadere details ook hoofdstuk 9 en 10 van dat boek). De intake: probleeminventarisatie en algemene diagnostiek In de regel zal het intakegesprek één, hooguit twee zittingen beslaan, al kunnen soms meer gesprekken nodig zijn. Dat is bijvoorbeeld al snel het geval indien sprake is van systeemproblematiek; hetzelfde geldt voor complexe stoornissen, bijvoorbeeld com plexe PTSS of persoonlijkheidsproblematiek. In alle gevallen is de intake zo focaal en spaarzaammogelijk. In plaats van een sleepnet uit te gooien en dan pas de vangst te se lecteren en te ordenen, verdient het aanbeveling de omvang en diepgang van de intake te baseren op de aanmeldingsklachten en de (initiële) behandeldoelen. Spaarzaamheid is een wezenlijk kenmerk van een cognitief-gedragstherapeutische intake. Consensus tussen patiënt en therapeut over de uitkomst van de taxatie en een gemeenschappelijk geformuleerd behandeldoel vormen het doel. Korrelboom en Ten Broeke (2014) formuleren voor deze eerste therapiefase op het ni veau van het therapeutisch aangrijpingspunt de volgende zes doelstellingen: 1 klachten en problemen inventariseren en kwantificeren; 2 voorlopige hulpvraag/behandeldoel bepalen; 3 een beschrijvende classificatie opstellen volgens DSM-5-criteria; 4 een theorie ontwerpen over de factoren die de klachten en problemen in stand hou den aan de hand van functieanalyses (FA’s) en betekenisanalyses (BA’s), en zo nodig een holistische theorie (HT); Drie fasen in het gedragstherapeutisch proces
1.8
39
Made with FlippingBook flipbook maker