Heijst - Arts-Based Research voor het sociale domein
1.1 — inleiding
Wetenschappers aan universiteiten richten zich vaak specifiek op het ontwikkelen van theorie. Op hogescholen willen we voornamelijk inzichten opdoen om beroepspraktijken te versterken. Over die verschillende kennisdoelen volgt later meer; voor nu is het van belang om te constateren dat elke onderzoeker weliswaar zijn eigen motieven heeft om onderzoek te doen, maar dat de zoektocht naar kennis een drijvende kracht is voor onderzoekers in het algemeen. Dat geldt ook voor onderzoekers die gebruikmaken van Arts-Based Research. Aan deze vorm van onderzoek ligt echter een specifieke opvatting van kennis ten grondslag, die ook verklaart waarom de kunsten als belangrijke vorm van onderzoek worden gezien. Om goed uit te kunnen leggen wat de kunsten ons in onderzoek te bieden hebben, gaan we eerst kort in op die kennisopvatting, en we doen dat aan de hand van het thema armoede. Wanneer je als onderzoeker geïnteresseerd bent in armoede, zou je op zoek kunnen gaan naar informatie over het vóórkomen van armoede: hoeveel mensen in Nederland leven eigenlijk in armoede? Om dat te onderzoeken kun je een inkomensgrens definiëren – on der een bepaald inkomen beschouwen we mensen als arm – en vervolgens zou je kunnen gaan tellen hoeveel mensen minder verdienen dan de grens die jij hebt gesteld. Zo’n onderzoek geeft inzicht in de frequentie van een bepaald verschijnsel en zegt iets over de feitelijke prevalentie van armoede. Op een bepaald moment kun je iemand tegenkomen in je onderzoek die weliswaar onder de inkomensgrens leeft, maar zich helemaal niet arm voelt. Misschien ben je daardoor als onderzoeker geneigd om jezelf af te vragen of je definitie wel klopt, en of armoedecijfers in Nederland wel correct zijn. Een andere mogelijkheid is dat je voortaan een onderscheid gaat maken tussen objec tieve en subjectieve definities van armoede. Zo wordt in onderzoek naar criminaliteit bijvoorbeeld vaak gewerkt met een objectieve definitie van veiligheid (hoeveel geweldsin cidenten vinden plaats?) en een subjectieve definitie (hoe veilig voelen mensen zich?). In dit boek willen we beide – zowel feitelijke kennis als de betekenisgeving door mensen – serieus nemen, zonder ze tegenover elkaar te plaatsen. Armoede is in deze visie een reëel bestaand verschijnsel, dat echter altijd is omgeven door zorgen, emoties en betekenissen die mede tot uitdrukking komen in de manier waarop mensen (dus ook onderzoekers!) armoede ervaren en erover denken en spreken. Arts-Based Research neemt al deze aspecten van een verschijnsel als armoede serieus en wil ze een plaats geven in onderzoek. Juist de kunsten zijn bij uitstek geschikt om dat te doen, omdat muziek, poëzie of beelden goed in staat zijn om betekenis te geven aan zorgen, emoties en gevoelens. Het is een aanvulling op de cognitieve dimensie van kennis, en voorziet zo in een affectieve dimensie van kennis. In de kunsten gaat het niet alleen om woorden, maar ook om bewegingen, tempi, kleuren, suggesties en geluiden. Je gaat zo voorbij aan de grenzen van de (vaak) analytische woordentaal – ook wel discursieve communicatie genoemd – en gebruikt een andere, niet-discursieve taal, bijvoorbeeld beeld- of bewegingstaal.
15
Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online