Edwin Hoffman en Arjan Verdooren - Diversiteitscompetentie

4.4 Interculturele communicatie is interpersoonlijke communicatie 4.5 Interpersoonlijke communicatie: inhoud, betrekking en sociale representaties 4.5.1 Sociale representaties als collectieve ervaringen 4.5.2 Sociale representaties als vooroordelen en stereotypen 4.6 Interpersoonlijke communicatie: een circulair proces

126

130 132 133 134 136 139 141 146 149 150 151 153 154 156 158 158 159 159 161 162 163 164 165 167 168 171 172 173 174 175 176 176 177 178 179

4.7 Het TOPOI-model

4.8 Het TOPOI-model in een schema 4.9 Toepassing van het TOPOI-model op een casus

4.10 Verwerkingsopdrachten

5

Het TOPOI-gebied Taal: verbale en non-verbale taal

Inleiding

5.1 Context

5.1.1 Contextuele aanwijzingen

5.1.2 Hoge- en lage-contextcommunicatie

5.2 Verbale en non-verbale taal

5.3 Verbale taal

5.3.1 Betekenis van de moedertaal 5.3.2 Praten in de moedertaal 5.3.3 Besef van taalposities 5.3.4 Het internationale Engels 5.3.5 Taaloverdracht 5.3.6 Uitspraak en accent 5.3.7 Woordenschat 5.3.9 Vertalen en connotatie 5.3.10 Communicatiestijlen 5.3.11 Impliciet taalgebruik 5.3.12 Betekenis van ‘ja’ en ‘nee’

5.3.8 Denotatieve en connotatieve betekenis van woorden

5.3.13 Humor

5.3.14 Gespreksonderwerpen

5.3.15 Samenwerkingsprincipe in de communicatie

5.3.16 Wisseling van beurten

5.3.17 Verbaal aandacht geven: ‘backchannels’

5.3.18 Aanspreekvormen

5.3.19 Beleefdheid

5.3.20 E-mailcommunicatie

Made with FlippingBook HTML5