Mechtild Höing • Janine Janssen • Anne Boer • Malou Liebregts - Bespreekbaar maken van seksualiteit en intimiteit
1.3 Veelvoorkomende ontwikkelingen in verschillende levensfasen
van elkaar in de mate van subjectieve opwinding bij het zien van erotische beelden (Basson, Brotto, Laan, Redmond & Utian, 2005). Bij voldoende erotische stimula tie lijken lagere oestrogeenniveaus de opwinding van vrouwen dus niet in de weg te hoeven staan.
1.3.8 Derde levensfase (55 tot en met 74 jaar)
De periode van 55 tot en met 74 jaar wordt ook wel de ‘derde levensfase’ genoemd. In deze levensfase neemt seksuele activiteit geleidelijk af, maar stopt voor een flinke groep niet (Lindau et al., 2007; Nicolosi et al., 2006). Ouder worden heeft een aan tal voordelen voor het seksueel welbevinden. Ouderen hebben meer tijd voor elkaar dan mensen met thuiswonende kinderen of met een drukke baan. Anticonceptie is niet meer nodig. Hun levenservaring maakt dat ze vaak goed weten wat ze willen en in langdurige relaties is er vaak veel intimiteit opgebouwd met de partner. Som mige ouderen zeggen dat hun seksleven er door al deze factoren alleen maar beter op is geworden (Kleinplatz et al., 2009). Hierin is ook een cohortverschil zichtbaar: de zeventigjarigen van nu zijn seksueel actiever en meer tevreden over hun seksleven dan de generaties voor hen (Beckman, Waern, Gustafson & Skoog, 2008). Door de toegenomen welvaart verkeren zij ook in een betere lichamelijke en sociale conditie. Ouder worden heeft echter ook nadelen. Veel chronische ziekten doen hun intrede tussen de 55 en 75 jaar. Chronische ziekten – vooral hart- en vaatziekten, ziekten in het centrale en perifere zenuwstelsel, spierziekten, gewrichtsklachten en diabe tes – kunnen een negatief effect hebben op seksueel functioneren en seksueel wel zijn (Verschuren, Enzlin, Dijkstra, Geertzen & Dekker, 2010). Deze negatieve effecten kunnen een direct gevolg zijn van de ziekte, of een indirect gevolg vanwege het ver minderde lichamelijke functioneren, de behandeling of medicijnen die iemand krijgt of de psychische en relationele problemen die het gevolg zijn van de ziekte. Ook in de vierde levensfase zijn veel mensen nog seksueel actief en tevreden over hun seksleven. Zo vond een Amerikaanse studie dat 39 procent van de mannen en 17 procent van de vrouwen tussen de 75 en de 85 jaar seks had gehad in de afgelopen twaalf maanden (Lindau et al., 2007). In een onderzoek in acht Europese landen gaf 54 procent van de mannen tussen de 70 en 80 jaar en 21 procent van de vrouwen van deze leeftijd aan in de afgelopen twaalf maanden geslachtsgemeenschap te heb ben gehad (Nicolosi et al., 2006). Geslachtsgemeenschap wordt soms vervangen door andere vormen van seks, zoals wederzijds masturberen en strelen (Gott & Hinchliff, 2003). Deze levensfase gaat vaak gepaard met verliezen: van de partner, andere dier baren, status, aantrekkelijkheid, psychische en lichamelijke gezondheid. Door het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen en het gegeven dat vrou- 1.3.9 Vierde levensfase (75 jaar en ouder)
35
Made with FlippingBook - Online catalogs