Mechtild Höing • Janine Janssen • Anne Boer • Malou Liebregts - Bespreekbaar maken van seksualiteit en intimiteit
1.3 Veelvoorkomende ontwikkelingen in verschillende levensfasen
hebben ‘verkering’, hoewel dit nog niet veel verder gaat dan de afspraak dat je met el kaar gaat of samen spelen of elkaar berichtjes sturen (De Graaf, 2016). Vanaf een jaar of 10 neemt de interesse in volwassen seksualiteit toe. Seks wordt een belangrijk ge spreksonderwerp, maar er is wel veel variatie in de mate waarin kinderen hierin geïn teresseerd zijn. Driekwart van de ouders van 10- tot en met 12-jarigen krijgt weleens vragen over seksualiteit (Roos & De Graaf, 2014). Het internetgebruik onder kinderen is hoog en kinderen kunnen hier dan ook bedoeld of onbedoeld in contact komen met seksueel getinte beelden. Van de ouders van 10- tot en met 12-jarigen geeft 18 pro cent aan dat hun kind weleens seksueel getinte plaatjes of filmpjes bekijkt op internet (Roos & De Graaf, 2014). Van de kinderen van 9 tot en met 12 jaar geeft 40 procent aan dat ze weleens plaatjes of filmpjes hebben gezien van blote mensen of mensen die seks hebben (De Graaf, 2016). Tussen de 12 en 14 jaar komen jongeren echt in de puberteit. De lichamelijke ontwik kelingen die hiermee gepaard gaan en het ‘schoonheidsideaal’ (slanke meisjes, ge spierde jongens) maken dat de onzekerheid over het lichaam het hoogst is in deze levensfase. Dat geldt sterker voor meisjes dan voor jongens. Meisjes groeien door de rondingen die ze krijgen wat af van het slanke schoonheidsideaal. Jongens groeien in de puberteit juist toe naar het gemiddelde schoonheidsideaal, omdat zij meer spie ren ontwikkelen en in deze levensfase daarom gaandeweg meer tevreden over hun lichaam worden (Cash & Pruzinsky, 2002). Jongeren maken zich langzamerhand steeds meer los van hun ouders. De behoefte aan steun van de ouders neemt niet af, maar ouders raken wel hun exclusieve positie kwijt, omdat de mening van leeftijdsge noten steeds belangrijker wordt (Bokhorst, Sumter & Westenberg, 2010). Vrijwel alle jongeren van deze leeftijd zijn weleens verliefd geweest en een deel van hen heeft ook verkering (gehad). Jongeren die een niet-heteroseksuele oriëntatie ontwikkelen wor den zich in deze levensfase vaak bewust van hun romantische en seksuele gevoelens voor seksegenoten. Deze jongeren kunnen te maken krijgen met negatieve opvattin gen over homoseksualiteit van leeftijdsgenoten, omdat homonegativiteit onder jonge ren van deze leeftijd hoog is (De Graaf, Kruijer, Van Acker & Meijer, 2012). De interesse in seks neemt toe: jongeren gaan fantaseren, ervaren gevoelens van seksuele opwinding en gaan masturberen. Dat laatste geldt vooral voor jongens, en die zoeken ook vaker seksueel getint beeldmateriaal op, vooral op internet. Twee der de van de jongens en een vijfde van de meisjes van deze leeftijd heeft het afgelopen halfjaar porno gezien, meestal op internet (De Graaf et al., 2012). Seksueel gedrag met een partner beperkt zich in deze levensfase nog vooral tot zoenen en eventueel voelen en strelen. Met 14,4 jaar heeft de helft van de jongeren weleens gezoend. Aan verdergaande vormen van seks zijn de meeste vroege adolescenten nog niet toe. Op deze leeftijd reageren jongeren door een aantal veranderingen in de hersenen vrij im pulsief, zonder goed de risico’s van de keuzes die ze maken te kunnen overzien (Crone, 1.3.3 Vroege adolescentie (12 tot en met 14 jaar)
31
Made with FlippingBook - Online catalogs