Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool
1.2 Op de schouders van reuzen
1.2.2 Het cognitivisme Het cognitivisme (= cognitieve psychologie) is gebaseerd op het idee dat leren een vorm van informatieverwerking is, zoals bij een computer. Hierbij gaat het om vragen zoals: hoe wordt informatie ontvangen, hoe wordt ze georganiseerd, hoe wordt ze opgeslagen en hoe wordt ze uit het geheugen opgehaald? Vanuit een cognitivistische visie bestaat onze kennis uit een in ons brein opgeslagen geheel van codes (representaties) met kenmerken van de wereld. Het brein voert, ver gelijkbaar met een computer, bewerkingen uit op deze codes om met informatie om te gaan. Een van de grondleggers van de cognitieve psychologie is Jerome Bruner. Hij stelt onder andere dat leren een vorm van informatieverwerking is die voortkomt uit intenties en zingeving. Volgens Bruner zijn kinderen actieve informatieverwer kers, dat wil zeggen dat zij niet passief reageren op prikkels uit hun omgeving, maar doelgericht (intentioneel) informatie selecteren en zodanig bewerken dat deze past in hun cognitieve structuur. De nieuw gevormde kennis wordt in het aanwezige kennisbestand geïntegreerd en vastgelegd voor later gebruik. In het onderwijs kan rekening worden gehouden met deze cognitieve structuur door de leerling actief en zelfontdekkend met de leerinhoud bezig te laten zijn. Typering van het ontdekkend leren van Bruner Bruner ziet leren als een actieve en intentionele activiteit. Leeractiviteiten komen voort uit bepaalde doelen of behoeften, zoals zingeving. Leeractiviteiten vragen creativiteit en rationaliteit. Dit verklaart waarom Bruner het belangrijk vindt dat leerlingen zelf problemen bedenken en oplossen. Vanuit deze gedachtegang kan worden begrepen dat Bruner grote waarde hecht aan het zelf ontdekken van in formatie, concepten en regels. Volgens Bruner worden deze dan beter onthouden en leidt dit tot een positieve leerhouding die gekenmerkt wordt door intrinsieke motivatie. Anders dan bij het behaviorisme komt motivatie niet voort uit belo ningen van buitenaf (iets lekkers krijgen of een diploma behalen), maar uit de persoon zelf. Het onderwijs dient volgens Bruner gebruik te maken van de natuurlijke nieuwsgierigheid die alle kinderen laten zien. Taken moeten ontworpen zijn op het niveau van de leerling. Indien een taak te moeilijk is, kan een leerling zich bijvoorbeeld gefrustreerd voelen. Taken moeten voortbouwen op wat de leerling reeds kan en/of weet. Bruner onderscheidt drie niveaus van kennis: ā ā kennis die tot stand komt in het fysieke handelen met materiaal; ā ā kennis die tot stand komt door de handeling schematisch voor te stellen, bijvoor beeld in een grafische vorm (zoals een plattegrond, een schema of een grafiek); ā ā kennis in de vorm van (abstracte) symbolen zoals het =-teken bij het rekenen, een getal, een verbaal concept, zoals ‘zwaartekracht’.
31
Made with FlippingBook Digital Publishing Software