Francisca Jungslager en Wilma Maljaars - Kritisch denken & schrijven

1.4  Deelvragen opstellen

het luisteren naar klassieke muziek tijdens de zwangerschap? Je weet dan dat je je onderzoeksvraag zult moeten herzien. Bij het opstellen van je deelvragen kun je ervan uitgaan dat, ongeacht je on derwerp, de eerste deelvraag in de regel beschrijvend van aard zal zijn. Je zult allereerst het theoretisch kader uiteenzetten waarin je definities, criteria en in delingen (bijvoorbeeld genres of stromingen) beschrijft of de stand van onder zoek weergeeft. Je gaat dan op zoek naar de theorie die als het noodzakelijke fundament voor jouw onderzoek kan dienen. Het deelantwoord leidt tot een beschrijving, maar wel van die feiten die je nodig hebt om tot een antwoord op je onderzoeksvraag te komen. De tweede deelvraag zal dan in het teken staan van het gekozen object. Wie op zoek gaat naar vrouwonvriendelijk taalgebruik in het tv-programma Nog meer voor mannen van Maxim Hartman, zal het pro gramma pas kunnen gaan analyseren nadat vrouwonvriendelijk taalgebruik is gedefinieerd. De laatste deelvraag zal, zoals eerder opgemerkt, gericht zijn op de afweging van de argumenten (zie paragraaf 6.1). Ook als je wilt onderzoeken of de exploderende welvaart in het naoorlog se Nederland een unieke ontwikkeling betreft, zul je die welvaartsgroei eerst moeten beschrijven. Pas daarna kun je deelvragen stellen die overeenkom sten en verschillen ten opzichte van andere landen aan het licht brengen, om duidelijk te krijgen welke argumenten op uniciteit wijzen en welke daar tegen pleiten. Daarna kun je tot een afweging komen: wegen de overeenkomsten zwaarder dan de verschillen (ofwel zijn er meer argumenten pro dan contra) of andersom? Wie bijvoorbeeld schrijft over de vraag of het onderscheid tussen Barok en Rococo wel zinvol is, zal allereerst willen vaststellen wat onder ‘een zinvol onderscheid’ wordt verstaan: op basis waarvan worden stromingen onder scheiden? Daarbij zal achterhaald moeten worden wat de noodzakelijke en voldoende kenmerken zijn waaraan voldaan moet zijn om van verschillende stromingen te kunnen spreken. Aan welke kenmerken moet in ieder geval voldaan zijn om van een aparte stroming te kunnen spreken en welke ken merken samen zijn voldoende om een onderscheid te mogen maken? Gebaseerd op de beschrijvingen van Janson’s History of Art is misschien af te leiden dat de schilderkunst tijdens de Barok gekenmerkt wordt door extreem realisme, dramatische effecten, clair-obscur, veel emotie, veel vaart/ beweging, berekende dieptewerking, onzichtbare lichtbronnen. In de roco cotijd ligt de nadruk op elegantie, luchtigheid/frivoliteit, lossere vormen, het lieflijke karakter der dingen, asymmetrie en een nog zwierigere bewegende lijn. Schilderingen vormden een geheel met de architectuur, het stucwerk en de meubilering. Deelvragen die dan voor de hand liggen zijn:

29

Made with FlippingBook Digital Publishing Software