Kim Hartenberg-ter Hedde en Judith ter Horst - Schrijfgids voor Social Work

Deel 1 De schrijver en de lezer

zeurkous, die zich overal mee bemoeit. Hij weet zelf wel wat hij moet doen, en eigenlijk moet hij helemaal niets. Moeder heeft het helemaal gehad met haar zoon; zij wil niet dat hij nog lan ger bij haar thuis woont omdat hij nu ook zijn jongere broertjes beïnvloedt. Ook zij worden opstandig en geven moeder geregeld een grote mond. Op de dagen dat vader, die vrachtwagenchauffeur is en veel van huis is, thuis is, kan Ronald zich ineens wél gedragen. Vader is fysiek veel sterker dan Ronald, en hij kan heel dominant en agressief overkomen. Vader vindt dat moeder ook maar wat steviger moet optreden. Ronald is een beste knul, maar hij is wel een puber, en hij moet streng aangepakt worden. Ouders maken hier ook geregeld ruzie over. Moeder wil niets van vader aannemen. Hij weet niet waar hij het over heeft als hij zo veel van huis is en Ronald maar een paar uurtjes per week ziet. Opdracht 1.7 Benoem bij de volgende uitspraken of het om een feit, mening of interpre tatie gaat. Herformuleer de uitspraken vervolgens zo, dat feiten controleer baar zijn en het voor de lezer duidelijk is van wie meningen en interpretaties zijn. 1 ‘De cliënt is onhandelbaar.’ 2 ‘Mevrouw De Vries is 86 jaar oud en woont in Zaltbommel. Ze heeft in het verleden in verschillende inrichtingen gezeten.’ 3 ‘Meneer geeft aan moeite te hebben met het bepalen van zijn dagritme.’ 4 ‘Naar mijn idee is de situatie tussen moeder en dochter in de afgelopen weken verslechterd.’ 5 ‘In het gezin is meerdere keren sprake geweest van misbruik.’

1.6 Afstand en nabijheid

Veel schrijvers zijn zich tijdens het schrijven niet bewust van de wensen van hun lezer. Denk maar eens aan opdringerige brieven die je van commerciële instanties krijgt (vol met uitroeptekens en hoofdletters). Hierdoor kun je je soms zelfs geïn timideerd voelen. In dat geval past de toon van de tekst niet goed bij de relatie die er met de lezer is. Bij een bericht aan vrienden op social media ga je ook niet beginnen met ‘Geachte Tonnie, zullen we morgenavond gaan dineren? Ik verneem graag je reactie’. En in een brief aan de gemeente schrijf je niet snel: ‘Hallo Jan, ik wil graag de boom in mijn tuin kappen. Je bent het hier vast wel mee eens, hè?’

Als je als Social Work professional iets schrijft, doe je dat meestal niet voor niets. Je wilt dat iemand jouw mening (over een cliënt) serieus neemt. Soms wil je zelfs

24

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online