Kim Hartenberg-ter Hedde en Judith ter Horst - Schrijfgids voor Social Work

 Inleiding

Wie schrijft over cliënten, moet rekening houden met de bescherming van de pri vacy van de cliënt en het systeem van de cliënt. Wanneer mag je informatie over de cliënt wel delen met anderen en wanneer juist niet? De criteria waar je op moet letten als je over cliënten schrijft, bespreken we in hoofdstuk 4 , Je schrijft over men sen, wat zijn je rechten en plichten? De cliënt heeft niet alleen rechten, maar ook plichten. Datzelfde geldt voor jou als Social Work professional. Deel 2 De tekstsoorten en hoe je ze moet schrijven In deel 2 bespreken we de verschillende soorten teksten die je in het Social Work moet schrijven. We bespreken de techniek van het ‘mindmappen’ als hulpmiddel bij het plannen van je tekst in hoofdstuk 5 , De mindmap: een kapstok voor de tekst . Daarbij gebrui ken we een casus die later in het boek terugkomt. Via de mindmap kom je tot een globale opzet van de tekst met alle noodzakelijke onderdelen. Zo voorkom je dat je iets over het hoofd ziet of vergeet. Dit lijkt een omslachtige methode, maar een tekst die vragen oproept, kan tot gevolg hebben dat je nogmaals moet schrijven of door mensen gebeld wordt om een toelichting op je brief, nota of rapport. En dat levert in de praktijk nog veel meer werk op. Een-op-een communiceren in brieven en e-mails bespreken we in hoofdstuk 6, Een-op-een communiceren met en over de cliënt . Wanneer kies je voor een e-mail en wanneer is een brief gepaster? Daarna gaan we in op diverse soorten brieven, zoals een informerende brief, een klachtbrief en een slechtnieuwsbrief. Bij een aantal briefsoorten verduidelijken we een en ander met een casus uit de beroepsprak tijk. Aan de hand van deze casus werken we een mindmap uit en tonen we hoe je die specifieke tekstsoort moet schrijven. De casus vormt telkens het uitgangspunt voor opdrachten. Schrijven over je cliënt is het kernthema van hoofdstuk 7. Daarin bespreken we di verse soorten rapportages, hoe je ze moet schrijven en waar je dan op moet letten. Denk daarbij onder meer aan het scheiden van feiten en meningen, en hoe je om gaat met de privacygevoelige informatie die jij als Social Work professional van de cliënt in beheer hebt. We gaan eveneens in op de opzet en indeling van je tekst en het verschil tussen chronologisch en thematisch schrijven. Net als in hoofdstuk 3 besteden we in dit hoofdstuk aandacht aan de psychologische vragenreeks als ba sis voor een logische en prettig leesbare tekstopbouw. Aan de hand van een casus bespreken we rapporten die je in die context zou moeten schrijven, en we baseren een aantal opdrachten op deze casus. De casus uit hoofdstuk 5 terug komt terug in hoofdstuk 8 , Schrijven in projecten . Onder de projecten zou je een traject kunnen verstaan waarbinnen je een (soci aal) probleem aanpakt en probeert op te lossen. Het gaat dan meestal niet om één cliënt, maar om een groep cliënten of om een bepaalde groep uit de samenleving.

13

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online