Marianne Luitjes en Ilona de Zeeuw-Jans - Ontwikkeling in de groep
1.3 | Begeleiding van groepen
Doel (ontspanning/leren) Bij kinderen kan leren goed gecombineerd worden met gezelligheid en leuke dingen doen. Bij de ene groep zal het leren meer centraal staan, bij de andere de ontspanning, en vaak gaan beide samen. Wanneer er op school een goede ba lans is tussen inspanning en ontspanning, zullen kinderen beter aan hun taken kunnen werken. Door een grapje, een verhaal of een creatieve oefening komt er weer ruimte om hard te werken aan de rekenopdracht. Als de ontspanning meer centraal staat dan het cognitief leren, bijvoorbeeld op de buitenschoolse opvang, leert het kind zich in een groep te begeven en op te komen voor zichzelf. Dit be tekent dat de begeleider voor beide processen voldoende ruimte dient te creëren. Over de casus van Bernadette zou je kunnen opmerken dat het accent wat min der op prestatie, leren en regels had kunnen liggen. Het kamp is immers bedoeld om ontspannen samen te zijn, het gezellig met elkaar te hebben en plezier te ma ken. Het eenheidsgevoel bewerkstelligt vervolgens dat de klas als groep bij het leren beter gaat presteren. Heterogeen/homogeen In hoeverre een groep heterogeen of homogeen wordt genoemd, is afhankelijk van het aspect waarnaar je kijkt. Op veel kinderdagverblijven wordt gewerkt met groepen waarin kinderen van 0 tot 4 jaar in één groep zitten. Zo’n groep is qua leeftijd, ontwikkeling en sekse heterogeen. Groep 3 op de basisschool is qua leef tijd vrij homogeen (net als de groep uit de casus van Bernadette): de kinderen zullen qua ontwikkelingsniveau dicht bij elkaar zitten. Als je kijkt naar bijvoor beeld cultuur kan diezelfde klas juist heterogeen zijn omdat er kinderen in zitten met uiteenlopende etnische achtergronden. Dat een klas haast per definitie heterogeen is, betekent dat bij opdrachten en uit leg rekening moet worden gehouden met verschillende ontwikkelingsniveaus. Binnen de huidige onderwijssystemen wordt daaraan dan ook veel ruimte gebo den. Er wordt uitleg gegeven in verschillende groepen en er is verdiepingsstof, verbredingsstof en herhalingsstof beschikbaar voor wie dat nodig heeft. Een kind met een ‘rugzakje’ dat het tempo van zijn klasgenoten niet kan bijbenen, vraagt meer persoonlijke zorg, maar ook voor de groep – die graag door wil – is extra aandacht nodig. Verantwoordelijkheid ligt bij begeleider Een begeleider is altijd verantwoordelijk voor de groep en is voor ouders het eer ste aanspreekpunt als er iets niet naar wens is verlopen. Hij houdt, ook wanneer hij meedoet aan de activiteit, de groepsprocessen en de individuele kinderen in het oog. Hij speelt misschien wel enthousiast mee, maar hij is op de eerste plaats degene die de ontwikkelingen volgt, een bijeenkomst leidt, beslissingen neemt en kijkt of alles veilig verloopt. Bernadette neemt haar taak als begeleider serieus en probeert op haar manier ru zies te voorkomen. Dit staat echter haaks op wat de kinderen in deze fase nodig
| 45
Made with FlippingBook flipbook maker