Marianne Luitjes en Ilona de Zeeuw-Jans - Ontwikkeling in de groep

1  | Kinderen en groepen

hebben: ruimte om zich te ontwikkelen en te experimenteren met hun gedrag. De groep is daarvoor essentieel. De taak van Bernadette is de kinderen te stimu leren zelf op een goede manier met de regels om te gaan en hen in eerste instantie problemen zelf te laten oplossen. Ze zou er goed aan hebben gedaan om meer afstand te nemen, bijvoorbeeld door wel te participeren in het spel, maar alleen in te grijpen als ze ziet dat de kinderen het zelf niet redden. Zo had zij op de ach tergrond kunnen zorgen voor een veilige situatie. Dit had iets anders gelegen als de groep nog maar kort bestond en de kinderen de regels van die groep nog niet kenden. In dat geval zou het goed zijn geweest om van tevoren de kaders duide lijk aan te geven waarbinnen ze hun spel kunnen spelen. Het gaat dan uiteraard om de sociale regels – hoe gaan we met elkaar om? Vrije keus versus verplicht Bij elke activiteit, hoe leuk ook, is er een spanningsveld tussen ‘vrije keus’ en ‘ver plicht’. De begeleider staat voor de taak om de kinderen ook bij verplichte activi teiten gemotiveerd te houden. Hoe doe je dat? Zaken als de groepssamenstelling en de sfeer zijn daarbij belangrijk, maar er moeten ook voldoende uitdaging en afwisseling tussen leuke en verplichte zaken zijn. Bovendien moet naar de kin deren en jongeren geluisterd worden; zeker in de puberteit is dat zeer wenselijk. Begeleiding bij hechtingsproblematiek Een begeleider van groepen dient rekening te houden met de reactiepatronen van onveilig gehechte kinderen: zoals zij op hun ouders reageren, kunnen zij ook op de begeleider reageren. Daarnaast kunnen zij moeite hebben met afstand en nabijheid met betrekking tot de andere groepsleden en de begeleider. Zij voe len zich sneller dan gemiddeld afgewezen doordat zij op jonge leeftijd op een of andere manier zijn verlaten. Zowel afstand als nabijheid kan daardoor overma tige angst oproepen. Dan reageren deze kinderen vaak met boosheid en vlucht gedrag. Wat ernstiger beschadigde kinderen hebben de neiging om anderen af te wijzen voordat die anderen het kind zelf kunnen afwijzen. Zij reageren dan met buitenproportioneel emotioneel gedrag. Het helpt wanneer je je de reacties van deze kinderen niet persoonlijk aantrekt, maar hun en de andere groepsleden (opnieuw) veiligheid en nabijheid biedt en eventuele instructies herhaalt op een geduldige en neutrale tot vriendelijke manier. Het kan ook helpen om het kind extra bevestiging te geven door on der woorden te brengen wat er rationeel gebeurde en wat daarover afgesproken wordt. Hiermee geef je extra duidelijkheid en hoeft het kind zich niet meer druk te maken over de onderlinge betrekkingen. 1.3.2 Positieve feedback Over het algemeen is bij het begeleiden van kinderen een positieve benadering aan te bevelen. Door succeservaringen leren kinderen goed en snel (zie figuur

46 |

Made with FlippingBook flipbook maker