drs. Jacky van den Dikkenberg - Recht lezen 1

1 Juridische teksten lezen: hoe doe je dat?

ten als hij niet aan haar verzoek om geld voldeed. Als hij wel voldeed, zou het allemaal goed gaan. Het ten laste gelegde is een direct gevolg van de druk die [betrokkene 2] op [verdachte] uitoefende. Het is zonneklaar dat [verdachte] geheel onder de invloed van [betrokke ne 2] stond. De NIFP-deskundigen concluderen dat bij [verdachte] sprake zou zijn van een waan stoornis, te weten een beïnvloedingswaan: hij is ervan overtuigd dat hij faalt doordat vader hem beïnvloedt. Beide deskundigen concluderen dat [verdachte] ontoerekenings vatbaar moet worden geacht. De verdediging stelt zich echter op het standpunt dat eerst de vraag naar de psychische overmacht beantwoord dient te worden, voordat de vraag naar de toerekeningsvatbaar heid aan de orde komt. Welke begrippen vond je moeilijk? Maak een schema met twee kolommen: links Alge meen en rechts Recht . Zet in de rechterkolom de moeilijke begrippen die je typisch voor de taal van het recht lijken en in de linkerkolom de overige moeilijke begrippen. Verge lijk je schema, als je in de gelegenheid bent, met dat van andere studenten. Van het begrip modus operandi had je waarschijnlijk nog niet eerder gehoord, al begrijp je uit de context waarschijnlijk wel wat de betekenis ervan is: manier van werken. De meeste studenten zullen dit begrip in de rechterkolom hebben gezet. Begrippen die ook in deze kolom passen, zijn proces-verbaal , het ten laste gelegde , verdachte , ontoereke ningsvatbaar en hoewel je het misschien niet zou verwachten ook psychische overmacht . Een aantal van deze begrippen kende je misschien al. Begrippen die je misschien in de linkerkolom geplaatst hebt, zijn nagenoeg , onderhavi ge , medium , paranormale , direct gevolg , zonneklaar , waanstoornis , faalt , concluderen , geacht , stelt zich op het standpunt , dient en aan de orde komt. Gelukkig wordt in juridische teksten soms ook wel wat uitgelegd, zoals in deze tekst beïnvloedingswaan . Wat pv in p. 15 pv van bevindingen en NIFP betekenen blijft echter onduidelijk. Hier hebben we niet te maken met een woordenschatprobleem: een woor denboek helpt nu immers niet. In dit geval schiet onze kennis van de werkelijkheid te kort: we weten niet waarnaar pv en NIFP verwijzen. Om hier achter te komen, zouden we wat meer moeten weten over de zaak of over hoe het er in een rechtszaal aan toegaat. De woorden uit de rechterkolom zou je vaktaal kunnen noemen. Hoewel in dit boek on vermijdelijk veel (juridische) vaktaal voorkomt, is ons doel niet vaktaal te behandelen. Juridische termen worden in juridische vakken en studieboeken uitgelegd door juristen. In dit boek besteden we wel veel aandacht aan woorden die niet alledaags zijn, maar toch regelmatig voorkomen in juridische teksten: woorden zoals in de linkerkolom. En dan zijn er nog signaal- en verwijswoorden die niet uitsluitend tot de taal van het recht behoren, maar wel vaak in juridische teksten voorkomen. Signaal- en verwijs woorden maken relaties tussen zinnen, alinea’s en hoofdstukken duidelijk. We noemen die relaties tekstverbanden. Echter wijst op een tegenstelling, omdat op een reden, enzo-

14

Made with FlippingBook Ebook Creator