drs. Jacky van den Dikkenberg - Recht lezen 1
Leesstrategieën
voort. In dit fragmentje is het woordje hiertoe hier een goed voorbeeld van. Zo’n woord je hoor je zelden in spreektaal. Onderhavige is een voorbeeld van archaïsch (ouderwets) taalgebruik, net als aanmerkelijk , beweerdelijk , derhalve en indien . Dergelijke woorden behoren niet tot de vaktaal, maar je vindt ze bijna alleen in juridische teksten. In bijlage 2 vind je een handig overzicht van archaïsche verwijs- en signaalwoorden. Lees ze een keer aandachtig door en leer de woorden die je nog niet kent uit je hoofd. Leesstrategieën Wie extra goed let op verwijswoorden en andere tekstsignalen, zoals kopjes en witregels, ziet grotere gehelen en de relaties tussen die grotere gehelen en daardoor wat belangrijk en wat minder belangrijk is. Studieteksten en juridische uitspraken vereisen een andere manier van lezen dan een romannetje. De verschillende manieren van lezen noemen we leesstrategieën. Sommige studenten lezen voor een toets de stof alleen een keer globaal door. (Althans, dat zeggen ze.) Anderen bestuderen bepaalde onderdelen heel intensief. Die worden dan boos dat op de toets niets over deze onderdelen gevraagd werd en veel over onderdelen die ze juist niet zo goed bestudeerd hadden. Alsof de docenten het konden ruiken. Dit heeft allemaal te maken met het goed of minder goed toepassen van leesstrategieën. Je hebt de verschillende leesstrategieën ooit moeten leren: ■■ zoekend lezen : Je zoekt het antwoord op een vraag en laat je ogen over het papier of het scherm dwalen. Als je denkt het antwoord gevonden te hebben, rem je af en ga je ‘echt’ lezen. Voorbeelden: je wilt weten waar The Hobbit draait, hoe je tarte tatin maakt of welke artikelen in het wetboek over mishandeling gaan; ■■ oriënterend lezen : Ook hier lees je niet de hele tekst, maar je probeert je snel eenbeeld tevormenwaaroverdetekstgaat.Watishetonderwerpvandetekst?Metwelkdoelishij geschreven (informeren of overtuigen) en voor welk publiek (deskundigen of leken)? Vervolgvragen zijn meestal: Is de tekst voor mij interessant? Kan ik hem gebruiken? Voorbeelden: Je zoekt voor je scriptie naar teksten die bij je onderwerp passen of je zoekt relevante en recente jurisprudentie omdat je bezig bent met een verweer schrift; ■■ globaal lezen : Nu lees je wel de hele tekst, maar vluchtig. De leessnelheid ligt hoog en het is niet zo’n punt als je even afdwaalt. Voorbeelden: Een artikeltje in een tijdschrift lezen bij de kapper of een spannend boek naast het zwembad; ■■ studerend lezen : Je leest om de tekst te onthouden. Bepaalde stukken herlees je met dit doel. Sommige mensen onderstrepen, markeren of maken samenvattingen tijdens het lezen. Voorbeelden: Je leest geconcentreerd in je studieboek, omdat je de toets goederen recht wilt halen. Of je hebt een contract aangeboden gekregen en je wilt weten of er geen addertje onder het gras zit.
15
Made with FlippingBook Ebook Creator