Antoon van den Braembussche - Denken over kunst

Voorwoord

I n het dagelijkse leven doen wij voortdurend uitspraken over wat mooi of le lijk is. De meest eenvoudige gebruiksvoorwerpen of natuurlijke verschijnselen zijn het voorwerp van zulke esthetische oordelen: een stoel, een theeservies, een zonsondergang, een zonnebloem die als een monnik in de wind vooroverbuigt. Vooral in onze omgang met kunst zijn we vlug geneigd om onze voorkeur uit te spre ken. Sommigen houden van Bach en anderen houden van de Beatles. Er zijn mensen die Joseph Beuys de hemel in prijzen, terwijl anderen zijn ‘werk’ niet eens als kunst beschouwen. In elke kunstrubriek wordt ons gezegd waarom een bepaald kunstwerk, een film of een roman, of een bepaalde uitvoering van een toneelstuk of muziekwerk al dan niet als geslaagd moet worden beschouwd. In al deze esthetische oordelen po gen wij anderen ervan te overtuigen wat kunst is of eigenlijk zou moeten zijn. In deze zin is ons dagelijks leven doordrongen van het soort vragen dat in de kunstfilosofie of esthetica centraal staat. Is kunst een kwestie van nabootsing, waarin het gaat om de wijze waarop de kun stenaar erin slaagt om iets uit de werkelijkheid weer te geven? Of is kunst een ge voelskwestie, waarin het gaat om datgene wat de kunstenaar heeft pogen uit te druk ken? Of is eerder onze emotionele reactie doorslaggevend? Is kunst pas waardevol wanneer zij ons in extase brengt en ons kippenvel doet krijgen? Is kunst niet veeleer een zaak van originaliteit, van nieuwe ideeën, waardoor de kunstenaar ons verrast en ons de wereld anders doet ervaren dan voorheen? Of waardoor de kunstenaar onze opvattingen over kunst zelf doet wijzigen? Komt het in de kunst vooral op vorm en techniek aan, zodanig zelfs dat elk gevoel of elke idee onbelangrijk is voor de waarde van een kunstwerk? Of moeten we vooral gaan kijken op welke wijze wij over kunst oordelen? Wordt niet juist in het esthetisch oordeel het geheim ontsluierd waarom wij kunst zus en zo beschouwen en er bepaalde normen op nahouden? Al deze vragen komen aan bod in het eerste deel van dit boek dat aan het ‘wezen van de kunst’ is gewijd. Hier komen de klassieke kunsttheorieën aan bod, die steeds vanuit een bepaalde invalshoek een antwoord hebben geformuleerd op de centrale vraag ‘Wat is kunst?’. Deze klassieke antwoorden zijn tot op de dag van vandaag in vloedrijk gebleken. In feite geeft elke kunstfilosofie minstens impliciet een antwoord op de vraag wat kunst nu eigenlijk is. Maar er zijn ook andere vragen mogelijk. Behoort de histori sche ontwikkeling niet tot het wezen van de kunst? Is er sprake van een historische ontwikkeling, waardoor elk kunstwerk slechts in vergelijking met vorige kunstwer ken betekenis krijgt? Is er sprake van vooruitgang in de kunst of kan er een moment

Made with FlippingBook Ebook Creator