Wilschut_van Straaten_Van Riessen_inkijkexemplaar Geschiedenisdidactiek

1.1 – Historisch denken

Dit onderscheid tussen het individualiserende karakter van geschiedenis en het generaliserende karakter van andere sociale wetenschappen wordt vaak gemaakt. Maar de vraag is of alles ermee gezegd is. Als alles wat geschiedenis bestudeert alleen maar bijzonder en uniek zou zijn, zou het onmogelijk zijn er iets begrijpelijks over te zeggen. Wij kunnen gebeurtenissen en verschijnselen immers alleen begrijpen als we erover spreken in termen die ons bekend zijn. Zo moet iemand die iets wil uitleggen over Napoleon of Caesar gebruikmaken van begrippen als veldheer, alleenheerser, keizer, enzovoort. Vaak zal het op school kennisnemen van een bepaalde historische situatie – anders dan in de geschiedwetenschap – niet uitsluitend tot doel hebben die situatie op zichzelf te begrijpen. Bij schoolgeschiedenis gaat het ook vaak om de vraag wat je ervan kunt leren over de mensheid in het algemeen, welke genera liserende lessen er misschien kunnen worden getrokken uit een unieke situatie. Vergelijkingen tussen verschillende historische episoden, en tussen verleden en heden, zijn daarbij nuttig gebleken. Een algemeen begrippenkader dat leer lingen in staat stelt het verleden te begrijpen, episodes met elkaar te vergelij ken en overeenkomsten en verschillen te onderscheiden, is daarbij onmisbaar. 19 We komen daarop terug in hoofdstuk 2. 1.1.6 Waarom onderwijs nodig is om historisch te leren denken Er is geen reden om bang te zijn dat mensen zich zonder geschiedenisonderwijs niet met het verleden zouden bezighouden. Dat gebeurt vanzelf wel. Mensen kunnen nu eenmaal niet leven zonder herinneringen. Van daaruit scheppen ze verwachtingen voor de toekomst. Iedereen heeft altijd een beeld van het verleden. Studies over historische cultuur laten zien hoe intensief mensen zich met het verleden bezighouden. Dat varieert van museumbezoek en historisch toerisme tot verwijzen naar het verleden in politieke discussies, televisiepro gramma’s, de pers en zelfs in de reclame. 20 De vraag is wel of daarbij altijd even historisch gedacht wordt. Zo kan het voorkomen dat zaken chronologisch niet in het juiste perspectief worden ge zien, of dat zaken uit verschillende perioden anachronistisch met elkaar wor den verward. Geschiedenisonderwijs is nodig om de manier van omgaan met het verleden ‘bij te scholen’. Daarbij gaan we ervan uit dat een ‘geschoolde’ ma nier van omgaan met het verleden beter is dan de manier die zonder onderwijs vanzelf zou ontstaan. Misschien is dit te vergelijken met onderwijs in de moe dertaal: spreken leert ieder kind vanzelf, maar om te kunnen lezen en schrijven en zich grammaticaal correct en effectief te kunnen uitdrukken, is onderwijs nodig. Historisch denken zoals het hiervoor is beschreven (in paragraaf 1.1.1 tot en met 1.1.4) ontstaat niet spontaan. Echt respect voor fundamenteel andere wijzen van bestaan in het verleden blijkt moeilijk op te brengen. Vaak wordt over het verleden wat lacherig of vertederend gedaan, of het wordt curieus gevonden, alsof menselijk bestaan vroeger niet zo echt en ernstig was als tegenwoordig. 21

29

Made with FlippingBook - Share PDF online