Wilschut_van Straaten_Van Riessen_inkijkexemplaar Geschiedenisdidactiek

1.2 – Geschiedenis in de samenleving

Die vraag is niet zo gemakkelijk te beantwoorden, alleen al omdat burger schap geen eenduidig begrip is. Het kan opgevat worden in moreel-sociale zin: leden van de samenleving opvoeden die weten wat de heersende normen en waarden zijn en geleerd hebben zich daaraan te houden. Het kan worden opge vat in democratisch-politieke zin: leden van de samenleving opvoeden die we ten wat hun verantwoordelijkheid is als staatsburger in het democratisch pro ces: geïnformeerd zijn, meedoen aan debatten, gemotiveerd je stem uitbrengen. Het kan ook worden opgevat als het smeden van een identiteit: zich herkennen als lid van een bepaald volk en een zekere saamhorigheid kweken met andere leden. Deze drie varianten komen in de buurt van de functies van geschiedenis die hier zijn besproken. Bij elk van die drie zijn kanttekeningen geplaatst. Zo bezien is geschiedenis dus maar moeilijk te plaatsen onder de vakken die bur gerschap kunnen bevorderen. 38 Toch is geschiedenis belangrijk voor het ontwikkelen van burgerschap, niet alleen vanwege de concepten die behoren bij historisch denken (paragraaf 1.1.1 tot en met 1.1.4), maar ook vanwege bepaalde inhouden die moeilijk bij andere vakken kunnen worden geleerd. Historische ontwikkelingen laten zien hoe en ten koste waarvan mensenrechten en burgerrechten tot stand zijn gekomen. Geschiedenis geeft inzicht in het langdurige proces van europeanisering van de wereld, beginnend met de ontdekkingen uit de tijd van Columbus, via wes terse kolonisering en het proces van dekolonisatie naar de ene geglobaliseerde wereld van nu, die een sterk westers-Europees karakter heeft vanwege die his torische ontwikkeling. In geschiedenislessen leren leerlingen hoe godsdiensten en andere levensovertuigingen zich hebben ontwikkeld; zo krijgen zij bijvoor beeld inzicht in de stamverwantschap van de drie grote monotheïstische re ligies jodendom, christendom en islam. Zulke kennis kan ervoor zorgen dat zij het onderscheid tussen deze religies leren relativeren, wat voor wederzijds begrip niet onbelangrijk is. Geschiedenis zorgt ook voor enige politieke gelet terdheid doordat vaak wordt ingegaan op oorzaken, motieven, beoogde doelen en daadwerkelijke resultaten van politieke besluitvorming. Kijkend naar het verleden valt op dat het begrip burger zich ontwikkelt in contrast tot het begrip onderdaan. Dat begint in de Oudheid bij de Grieken, die als vrije leden van de polis in conflict kwamen met de Perzen, die in hun ogen ‘koningsslaven’ waren. Onderworpenheid aan goden, kerken, koningen en edelen is in het verleden schering en inslag geweest. Het zich ontworstelen aan zulke van buitenaf opgelegde autoriteit creëert burgerschap. Wie het historische perspectief niet kent, weet niet waarvoor democratie het alternatief vormt en zal de bestaande situatie waarschijnlijk als vanzelfsprekend beschouwen. De desinteresse en passiviteit die daaruit kunnen voortvloeien, zijn een bedreiging voor burgerschap en democratie. Burgerschap berust daar om mede op historische kennis en inzicht. 39

35

Made with FlippingBook - Share PDF online