Wilschut_van Straaten_Van Riessen_inkijkexemplaar Geschiedenisdidactiek

1.1 – Historisch denken

het gebruik van het woord ‘wij’ als het gaat om de geschiedenis van het eigen land of de eigen groep. Door te spreken over ‘wij Nederlanders’ die in oorlog waren met Filips II van Spanje, of over ‘wij Vlamingen’ die de Guldensporenslag hebben gewonnen, wordt de tijdsafstand tus sen vroegere eeuwen en het heden verkleind en wordt de indruk gewekt dat de middeleeuwse stadsburgers of watergeuzen van destijds lid zijn van dezelfde groep als wij. Ze worden niet voor gesteld als mensen uit een ver en vreemd verle den met wie wij maar heel weinig verwantschap kunnen voelen. Onderzoek wijst uit dat leerlin gen in bepaalde situaties gemakkelijk gebruik maken van dit wij-perspectief. 12 Daarbij lijkt het weinig uit te maken of er sprake is van een grote afstand in de tijd of van een kleinere afstand. Door te kiezen voor een wij-perspectief wordt een afstandelijk, objectief en neutraal begrip van het verleden waarschijnlijk bemoei lijkt. Als men stelt dat in de Tweede Wereld oorlog ‘de Duitsers ons land aanvielen’, wordt de indruk gewekt dat het bij ‘Duitsers’ gaat om dezelfde groep als de huidige bewoners van de Bondsrepubliek Duitsland en bij ‘ons land’ om hetzelfde land als het hedendaagse Nederland of België. Het verschil in de historische situatie van deze landen destijds en tegenwoordig verdwijnt daardoor – onbedoeld en stilzwijgend – uit het zicht, wat historisch begrip niet bevordert. Ook

Figuur 1.4 – Omslag van het boek Het verhaal van Nederland. In 2022 werd in Nederland de gelijknamige tv-serie uitgezonden, waarin het bestaan van Nederland tot in de prehis‑ torie werd teruggeprojecteerd: ‘onze geschie‑ denis van de prehistorie tot nu’. De serie zei antwoord te geven op vragen als: Waar komen we vandaan? Hoe zijn we geworden wie we nu zijn? Er was geen historische distantie.

is deze behandeling van kennis over de Tweede Wereldoorlog niet gunstig voor de relaties tussen buurlanden in de hedendaagse Europese Unie. Dit ongewens te effect zou kunnen worden voorkomen door te kiezen voor formuleringen als ‘het leger van nazi-Duitsland viel Nederland en België binnen; de Nederlanders en Belgen van destijds waren daardoor nogal overrompeld’. Er is weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van het wij-perspectief in het geschiedenisonderwijs. Het onderzoek dat er is, suggereert dat leerlin gen – als je het hun expliciet vraagt – wel inzien dat je eigenlijk geen ‘wij’ zou moeten zeggen, maar dat het hun toch weleens overkomt. Dat is dan veelal het geval als er sprake is van twee groepen die tegenover elkaar staan, waarbij de ene groep zich ergens schuldig aan maakt, of waarbij een strijd gevoerd wordt. Voorbeelden zijn het slavernijverleden waarbij ‘wij Nederlanders’ ons schuldig hebben gemaakt aan misdaden tegenover Afrikanen, of de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij de Duitsers ‘ons’ leed hebben aange

25

Made with FlippingBook - Share PDF online