Petra Poelmans en Olav Severijnen - De APA-richtlijnen

2.10  Verwijzingen naar digitale bronnen

Indien het interview niet opgenomen is neem je de volgende informatie op in de bibliografie. Sparkman, C.F. (1973). An oral history with Dr. Colley F. Sparkman/In- terviewer: Orley B. Caudill. Mississippi Oral History Program (Vol. 289), University of Southern Mississippi, Hattiesburg.

2.10 Verwijzingen naar digitale bronnen

Bij het schrijven van artikelen, werkstukken en scripties en dergelijke wordt meer en meer gebruikgemaakt van digitale bronnen. Omdat de digitale we- reld snel en veranderlijk is, is het belangrijk in de bibliografie goed aan te geven wanneer je welke site of onderdeel van een site hebt bezocht. Als richtlijn voor het verwijzen naar een digitale bron in de tekst kun je aanhouden dat je naar een webpagina of een webdocument verwijst op de- zelfde manier als naar een papieren bron. Het anonieme en tijdloze karakter van de het digitale document kan leiden tot eventuele verschillen. Naar een website als geheel verwijs je door de volledige URL in je tekst op te nemen. Een website wordt niet opgenomen in de bibliografie.

Op de website van de APA (www.apa.org) vind je informatie over het correct verwijzen naar bronnen.

Wanneer je gebruikmaakt van een anoniem document op de webpagina van een organisatie, verwijs je in de tekst naar de organisatie als auteur.

(Centraal Bureau voor de Statistiek, 2012)

Wanneer het niet gaat om de site van een organisatie, neem je de titel van het document op in plaats van de naam van de auteur. De titel geef je in de tekst weer tussen aanhalingstekens.

(‘Data Roaming. Aan of uit?’ 2008)

Wanneer niet duidelijk is uit welk jaar het webdocument afkomstig is, ge- bruik je de afkorting z.j. (zonder jaar) of n.d. (no date).

(Gillissen, z.j.)

41