John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

Uit het dagboek van Johanna (26), coach bij VluchtelingenWerk Ahmad is 24 jaar oud. Hij is in 2015 gevlucht voor de oorlog in Syrië. Sinds oktober 2015 heeft hij een verblijfsvergunning ‘asiel voor bepaalde tijd’. Na vijf jaar moet hij bij de IND verlenging aanvragen, weer voor vijf jaar. Daarna kan hij naturaliseren en voor onbepaalde tijd in Nederland blijven. Toen hij zijn verblijfsvergunning kreeg moest hij nog een tijdje in het azc blijven, omdat er nog geen woning beschikbaar was. Na een halfjaar kreeg hij een woning toegewezen in Utrecht. Hij kende daar in het begin niemand. Via social media had hij contact gehouden met een aantal vrienden uit Syrië die ook waren gevlucht. Ook zij kregen een vergunning en werden in verschillende steden gehuisvest. Hij vindt het jammer dat hij niet bij hen in de buurt kan wonen. Ahmad heeft door de oorlog een aantal familieleden verloren, onder wie zijn vader en zijn twee broers. Zijn moeder was al overleden toen Ahmad nog klein was. Wel heeft hij nog een aantal nichten en neven, maar met hen heeft hij geen contact. Ahmad heeft in Sy- rië de basisschool afgerond, daarna werkte hij in de schoenenzaak van zijn vader. Niemand uit zijn familie is hoogopgeleid. Toen Ahmad in Utrecht kwam wonen werd ik zijn coach. In het begin verliep ons con- tact moeizaam. Ahmad had heel veel vragen, die hij ook vaak herhaalde. Het leek steeds of hij niet geloofde of kon onthouden wat ik hem had verteld. Dat vroeg af en toe veel van mijn geduld. Als er dingen geregeld moesten worden, nam ik de leiding, vooral omdat hij de taal nog niet sprak. Langzaamaan liet ik Ahmad steeds meer zelf doen en we werken toe naar zijn zelfstandigheid. Ik zie dat Ahmad dat spannend vindt, maar ik zie ook zijn zelfvertrouwen groeien als hem iets is gelukt. Zijn inkomen bestaat uit een bijstandsuitkering, huurtoeslag en zorgtoeslag. Zijn huur is zeer hoog, waardoor hij na het betalen van zijn vaste lasten weinig overhoudt. Het is be- langrijk om steeds met hem een budget te maken om te voorkomen dat hij schulden krijgt. In Nederland bestaat de Wet inburgering en ook Ahmad moet inburgeren. Hij moet de Nederlandse taal leren op ten minste niveau B2. Ook krijgt hij les in ‘de Nederlandse samenleving’. Sinds twee maanden gaat Ahmad voor de inburgering drie dagdelen per week naar school. Hij vindt het fijn om eindelijk nuttig bezig te zijn en niet meer te hoeven wachten. Wel heeft hij moeite om zich te concentreren. Sowieso piekert hij veel en heeft hij moeite met slapen. Ik heb daarom met hem de mogelijkheid besproken om met een psycholoog over zijn problemen te praten. Als hij geen les heeft zit Ahmad vooral alleen thuis en kijkt tv. Hij kent nog weinig mensen en weet niet goed hoe hij vrienden kan ma- ken. De vrienden die hij nog van thuis kent, ziet hij bijna nooit omdat reizen te duur voor hem is. Onlangs heeft hij geprobeerd om zich aan te melden voor vrijwilligerswerk, maar omdat hij nog nauwelijks Nederlands en bijna geen Engels spreekt werd hij afgewezen. Ik heb hem daarom aangemeld voor een taalmaatje. In de toekomst wil Ahmad graag een opleiding gaan volgen. Hij weet nog niet zeker wat voor opleiding, maar misschien in de verkoop. Het werken in de schoenenzaak van zijn vader beviel hem altijd goed. Maar nu eerst focussen op het inburgeringsexamen.

209

Made with FlippingBook - Online magazine maker