John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
9 Mensen met een verstandelijke beperking
En, niet onbelangrijk: wat krijg ik er eigenlijk voor terug? Je mag jezelf een professional noemen als je bekwaam bent in je beroep en specifieke kennis en vaardigheden adequaat inzet ten behoeve van de doelgroep. Een professional heeft kennis van de mens met een verstandelijke beperking, van de context waarin deze leeft en van methoden en technieken die ingezet worden om hem in die context te be- geleiden en ondersteunen. Deze kennis is de basis van het handelen. Belangrijke professionele vaardigheden in het werken met mensen met een verstan- delijke beperking zijn communiceren op het niveau van de cliënt en écht luisteren naar hem en naar de mensen uit zijn sociale netwerk. Je moet in staat zijn om een balans te vinden tussen het bewaken van de autonomie van de cliënt enerzijds en hem bescher- men anderzijds. Soms moet je creatief zijn in het bedenken van oplossingen. Je moet zelfstandig kunnen werken, maar ook goed kunnen samenwerken. Ten slotte is het be- langrijk dat je vaardig bent in het bewaken van je eigen grenzen én die van de cliënt. Een professionele houding kenmerkt zich door je kennis en vaardigheden, gecombi- neerd met je intuïtie en je persoonlijkheid. Je bejegent je cliënt respectvol, wilt en kunt je in hem verplaatsen, bent empathisch, aanvaardt en respecteert hem, doet aan kritische zelfreflectie en wilt zoeken naar de betekenis van gedrag. Als professional moet je ook voldoende kennis hebben van de wet- en regelgeving die van toepassing is op mensen met een verstandelijke beperking. Die kennis is belangrijk, zodat je weet waar jij en de cliënt zich aan hebben te houden en op welke voorzieningen die in de wet zijn vastgelegd, je een beroep kunt doen bij de ondersteuning. De belang- rijkste wetten zijn: Ý Ý De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze geldt voor alle mensen die zelfstandig wonen maar door een beperking ondersteuning nodig hebben. Bij men- sen met een hulpvraag moet de gemeente onderzoeken wat de situatie is en welke mogelijkheden er zijn in de directe omgeving van de cliënt. Dit onderzoek voert iedere gemeente op eigen wijze uit. Op basis van het onderzoek stelt de gemeente vast of een cliënt recht heeft op professionele begeleiding of zorg. Ý Ý Langdurige, intensieve zorg is geregeld in de Wet langdurige zorg (Wlz). Mensen die zeer veel zorg nodig hebben, kunnen terecht in een zorginstelling. Het gaat dan om zware zorg voor mensen met beperkingen. Intensieve zorg kan ook thuis geleverd worden, eventueel op basis van een persoonsgebonden budget. Om in aanmerking te komen voor zorg uit de Wlz is een indicatie nodig van Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ beoordeelt of mensen recht hebben op zorg uit de Wlz. Belang- rijkste voorwaarde daarbij is dat iemand 24 uur per dag zorg of toezicht dichtbij no- dig heeft. Het CIZ stuurt het indicatiebesluit naar het zorgkantoor in de regio, waar- na het zorgkantoor in overleg met de cliënt afspraken maakt over de zorgverlening. Ý Ý De Jeugdwet. De gemeente is verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp, inclusief specialistische hulp aan jongeren met een verstandelijke beperking, jeugd- ggz en JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorghulp voor kinderen tot achttien jaar met een verstandelijke beperking die vallen onder de Jeugdwet). Alleen de zorg voor
202
Made with FlippingBook - Online magazine maker