John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

8 Chronisch zieken en mensen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking

De opleiding tot sociaal werker is zich aan het vernieuwen. Sociaal werkers komen af- hankelijk van het gekozen opleidingstraject terecht op posities waar zij vaak veel te ma- ken hebben met mensen met een chronische ziekte of beperking: experts signaleren een duidelijke trend naar meer generalistisch werkende sociaal werkers met als dominante stroming individuele hulpverlening. De focus ligt daarbij naast de zorg- en welzijnsinstel- ling vooral op de wijk. Sociale wijkteams zijn sinds 2014 als paddenstoelen uit de grond geschoten en doen vooral een beroep op generalistische (niet-specialistische) vaardig- heden van sociaal werkers. Toch is een zekere specialistische kennis, bijvoorbeeld van arbeidsbemiddeling of de zorg, een pre omdat je daarmee iets toevoegt aan het team waarin je werkt. Kortom: een combinatie van generalistische kennis en specialistische vaardigheden werkt altijd in je voordeel. De individuele hulpverlener Als individuele hulpverlener help je mensen – van jong tot oud – hun leven weer zelf- standig op te pakken. Als gevolg van een handicap, bepaalde stoornissen, ziekte, relatie-, gezins- of ontwikkelingsproblemen hebben ze tijdelijk of langdurig professionele hulp nodig. Je biedt hun begeleiding, ondersteuning en/of verzorging in hun thuissituatie of in een instelling. De basis van je hulpverlening is dat de cliënt zelf verantwoordelijk blijft voor zijn leven en keuzes. Die hulpverlening kan van korte, maar ook van langere duur zijn. Je helpt de cliënten door hun inzicht te geven in hun problemen en hun nieuwe vaardigheden aan te leren. De cliënt kan hierdoor zijn problemen zelf beter hanteren en oplossen. Een methode die veel toegepast wordt in het werken met mensen met beper- kingen is de Individuele Rehabilitatiebenadering (zie paragraaf 4.4). Het doel van deze methode is het herstel van het gevoel van eigenwaarde en eigen kracht. Daarnaast is deze methode erop gericht het functioneren van mensen met beperkingen op verschillende levensterreinen te verbeteren. Een voorbeeld van werk waar je als individuele hulpverlener met gehandicapten of chronisch zieken te maken krijgt is woonbegeleider. Soms kunnen mensen (tijdelijk) niet zelfstandig wonen en verblijven dan in een instelling of gezinsvervangend tehuis. Dit komt bijvoorbeeld door ouderdom, een lichamelijke of verstandelijke beperking of psychische problemen. Als woonbegeleider help je deze mensen bij hun dagelijkse bezig- heden, waarbij je voornaamste taak is ervoor te zorgen dat de bewoners weer zelfstandig kunnen gaan wonen. Als dat niet haalbaar is, probeer je de bewoners zo veel mogelijk een huiselijke situatie te bieden. Je kunt ook als ambulant begeleider werken. Je begeleidt je cliënten dan in hun eigen huis. Een ander voorbeeld van individuele hulpverlening is de jobcoach. Sommige men- sen hebben extra begeleiding nodig om goed te kunnen functioneren op de werkvloer. Dat geldt vaak voor mensen met een chronische ziekte of beperking. Als jobcoach – of werkbegeleider – zorg je ervoor dat jouw cliënt optimaal meedraait in het arbeidspro- ces. Het doel is dat jouw cliënt uiteindelijk zelfstandig aan het werk kan zonder jouw ondersteuning. Soms ben je ook betrokken bij het zoeken van een geschikte baan voor

184

Made with FlippingBook - Online magazine maker