John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
8.2 Wat is een chronische ziekte en wat betekent dat voor de cliënt?
8.2 Wat is een chronische ziekte en wat betekent dat voor de cliënt? Iedereen is anders, dus ook mensen met een chronische ziekte of beperking. De manier waarop zij met hun ziekte omgaan zal per individu verschillen. In de praktijk kun je te maken krijgen met veelvoorkomende chronische ziekten als diabetes, epilepsie, multiple sclerose, het chronisch vermoeidheidssyndroom, groeistoornissen, de ziekte van Parkin- son, de ziekte van Hodgkin, enzovoort. 8.2.1 Ziekte en gezondheid In de manier waarop men op dit moment denkt over gezondheid staat het vermogen om zich aan te passen aan de sociale, fysieke en emotionele beperkingen die bij ziek zijn horen centraal (Huber et al., 2011). Het gaat niet meer alleen om de afwezigheid van ziekte maar ook om mentaal welbevinden, om mogelijkheden tot participatie en beper- kingen in het dagelijks functioneren. Deze brede definitie van gezondheid noemt Huber ‘positieve gezondheid’. De functie van een sociaal werker krijgt daardoor meer gewicht. Deze ommekeer in de benadering van ziekten en beperkingen is wel gekenschetst als de verschuiving van Ziekte en Zorg (Z en Z) naar Gezondheid en Gedrag (G en G). Ge- zondheid is in deze benadering geen statische situatie meer, maar stelt het functioneren, de veerkracht en het vermogen centraal om zelf vorm te geven aan het leven als je een chronische ziekte of beperking hebt. In deze benadering zijn bewegen en voeding van groot belang. Dit betekent bij een chronische ziekte of beperking dat de cliënt een zo normaal mogelijk leven moet kunnen leiden en zelf keuzes maakt over de manier waarop de ziekte het beste in zijn manier van leven past. Daarbij staat de kwaliteit van het leven voorop. Om dat te kunnen bereiken is een goede samenwerking tussen zorgprofessionals en sociaal werkers in goed functionerende heterogene teams een vereiste. Sinds de overgang van zorgtaken naar de gemeenten zijn in de meeste gemeenten sociale wijkteams ontstaan waar zorgprofessionals en sociaal werkers samenwerken om de zorg en ondersteuning in de wijken goed te coördineren en indien nodig door te ver- wijzen naar meer gespecialiseerde vormen van hulpverlening. Daar vullen zorg en welzijn elkaar aan en versterken elkaar. Zorgprofessionals en sociaal werkers hebben elkaar no- dig en groeien naar elkaar toe. Je begrijpt dat om goed te kunnen werken in een dergelijk teamverband goede sociale vaardigheden belangrijk zijn. Door deze ontwikkeling komt er ruimte vrij voor nieuwe oplossingen voor oude sociale problemen. Een bekend probleem waar sociale wijkteams mee geconfronteerd worden is dat van de huisarts die met al zijn medische kennis alleen niet in staat is om de ouderen die op zijn spreekuur komen met eenzaamheidsklachten een passende op- lossing te bieden voor dat probleem. Sociale problemen bij ouderen, zoals eenzaamheid, slechte huisvesting en armoede kan hij niet aanpakken zonder samenwerking met en de inzet van sociaal werkers.
171
Made with FlippingBook - Online magazine maker